7.
BUISLEIDINGINSTALLATIE
Dit product moet worden geïnstalleerd en onderhouden door een geschoolde
persoon die ervaring heeft met deze instructies.
De installatie en bediening moeten in overeenstemming zijn met lokale
reglementen en de erkende gebruikscriteria.
Installeer de buisleiding correct volgens de vereisten van deze instructies en
bescherm deze tegen bevriezing.
1. Maak de inlaatbuisleiding zo kort
mogelijk en voorzie zo weinig mogelijk
bochten tijdens de installatie. Bewaar de
pomp op een droge en goed verluchte
plaats. In geval van buiteninstallatie
moet u zorgen dat de pomp correct
beschermd is door weersbestendige
afdekking.
2. Installatie van ventielen op inlaat- en
uitlaatbuisleidingen is noodzakelijk. Het op
de inlaatbuisleiding geïnstalleerde ventiel
moet een eenrichtingsventiel zijn.
EN
NL
Min. Pipeline 1 inch
Min. Buisleidingsdiameter 1 inch
Max. Water temperature: 35 °C
Max. watertemperatuur : 35 °C
Min. Water temperature: 4 °C
Min. watertemperatuur: 4 °C
