13
Werking
• Ingebouwde elektronica die het mogelijk maakt om
naar keuze met, een conventionele gelijkstroomrijre-
gelaar (max. ±12 Volt), Trix Systems, Trix Selectrix of
digitaalsysteem volgens NMRA-norm te rijden.
• Automatische systeemherkenning tussen digitaal- en
analoogbedrijf.
• Geen automatische herkenning tussen Selectrix (SX)
en DCC.
• Rijrichtingsafhankelijke verlichting is in het digitaal-
systeem schakelbaar.
Aanwijzingen voor digitale besturing:
• Vanaf de fabriek is deze loc geprogrammeerd op het
digitale adres “01” (Selectrix) / “03” (DCC). Ingestelde
rijstappen: 28 (DCC) oftewel 31 (Selectrix).
• Voor het eerste bedrijf met een digitaal-systeem (Se-
lectrix of DCC) moet de decoder op dat digitale systeem
worden ingesteld. Daarvoor moet de decoder éénmaal
met
dat
digitale systeem
geprogrammeerd
worden.
• Opmerking voor het DCC-bedrijf:
het bedrijf met tegengepoolde gelijkspanning in de
afremsectie is met de fabrieksinstelling
niet
mogelijk.
Indien deze eigenschap wenselijk is, dan moet
worden afgezien van het conventioneel gelijkstroom-
bedrijf (CV29 / bit 2 = 0).
Het op de juiste wijze instellen van de diverse parame-
ters staat beschreven in de handleiding van uw digitale
Centrale (bijv. Mobile Station). De waarden die vanaf
de fabriek zijn ingesteld kunnen bij vele systemen, in de
programmeermodus, worden uitgelezen.
Veiligheidsvoorschriften
• De loc mag alleen met een daarvoor bestemd bedri-
jfssysteem gebruikt worden.
• De loc mag niet vanuit meer dan één stroomvoorzie-
ning gelijktijdig gevoed worden.
• Lees ook aandachtig de veiligheidsvoorschriften in de
gebruiksaanwijzing van uw bedrijfssysteem.
Voor het conventionele bedrijf met de loc dient de
aansluitrail te worden ontstoort. Hiervoor dient men
de ontstoor-set 611 655 te gebruiken. Voor het digitale
bedrijf is deze ontstoor-set niet geschikt.
Elke aanspraak op garantie en schadevergoeding is uitgesloten, wanneer
in Trix-producten niet door Trix vrijgegeven vreemde onderdelen ingebou-
wd en / of Trix-producten omgebouwd worden en de ingebouwde vreemde
onderdelen resp. de ombouw oorzaak van nadien opgetreden defecten
en / of schade was. De aantoonplicht en de bewijslijst daaromtrent, dat
de inbouw van vreemde onderdelen in Trix-producten of de ombouw van
Trix-producten niet de oorzaak van opgetreden defecten en / of schade is
geweest, berust bij de voor de inbouw en / of ombouw verantwoordelijke
persoon en / of firma danwel bij de klant.
Содержание 22184
Страница 1: ...Modell der bayr Gattung B VI 22184...