10
NEDERLANDS
VOORZORGSMAATREGELEN
1. Controleer de nauwkeurigheid van het product elke keer voordat u met het
werk begint.
Voor details, zie “DE NAUWKEURIGHEID CONTROLEREN”.
2. Vermijd dat het product sterk geschud wordt of stoten krijgt.
Het product is ontworpen in een schokbestendige structuur. Overmatige
stoten kunnen echter tot prestatievermindering leiden. Na een krachtige
stoot dient de nauwkeurigheid te worden gecontroleerd.
3. Voordat het product wordt verplaatst, moet het vergrendeld worden door
het uit te schakelen.
Zet de hoofdschakelaar uit wanneer het werk klaar is. Het product wordt
dan intern vergrendeld.
4. Gebruik het product niet als u iets abnormaals opmerkt.
Stop het werk onmiddellijk en neem contact op met de winkel van aankoop
of het dichtstbijzijnde verkoopkantoor van Makita.
5. Als de laser niet schijnt nadat de stroom is aangezet, schudt het product
dan enkele keren lichtjes.
Als de laser ook na enkele keren lichtjes schudden niet schijnt, stop
het werk dan en neem contact op met de winkel van aankoop of het
dichtstbijzijnde verkoopkantoor van Makita.
6. Wanneer de stroom wordt aangezet, schijnt de laserstraal in dezelfde
stand als waarin het product de laatste keer werd uitgeschakeld. Houd de
laserstraal weg van uw ogen wanneer u de schakelaar bedient.
7. In een donkere ruimte kunnen er behalve de normale laserlijnen ook
reflecties zichtbaar zijn.
8. Gebruik het product niet als er condensatie op zit.
Zet de stroom niet aan. Laat het product staan tot de condensatie op
natuurlijke wijze verdwijnt.
9. Gebruik de laserontvanger niet nabij het punt waar de laserlijnen elkaar
kruisen. De detectie van de laserontvanger werkt niet nabij een dergelijk punt.
10. Doe het product in zijn doos wanneer u het vervoert.
11. Doe het product in zijn doos wanneer u het opbergt. De opbergplaats dient
uit de buurt te zijn van hitte, vocht, trillingen en stof.
12. Reinig het glas bij de uitgangsopening van de laserstraal met een zachte
doek om een goede werking te behouden.
13. Als het product vuil is, veeg het dan schoon met een zachte, droge doek.
Gebruik voor hardnekkig vuil een doek die met water bevochtigd en
stevig uitgewrongen is. Veeg eventueel aanwezig water daarna weg met
een zachte, droge doek. Gebruik geen alcohol, benzeen, verfverdunner
of andere vluchtige oplosmiddelen. (Dat kan verkleuring, vervorming,
verandering of andere abnormaliteiten veroorzaken.)
14. Was het product niet. Dat kan een storing veroorzaken.
15. Wijzig dit product nooit en bouw het nooit om. Demontage, wijziging of
ombouw van dit product kan storing of een elektrische schok veroorzaken.
16. Verwijder de accu wanneer het product gedurende langere tijd niet
gebruikt zal worden.