25
Aangeven van de resterende accuspanning
(Fig. 3)
(Alleen voor accu’s waarvan het modelnummer eindigt in
een “B”.)
Druk op de controletoets van de accu om de resterende
accuspanning te zien. De spanningslampjes gaan enkele
seconden lang branden.
015658
OPMERKING:
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur kan de aanduiding wel eens
ietwat afwijken van de werkelijk resterende
accuspanning.
Schakelaarwerking (Fig. 4)
LET OP:
• Controleer voordat u de accu in het gereedschap
plaatst altijd eerst of de trekkerschakelaar goed werkt
en bij loslaten direct naar de “OFF” stand terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u enkel de
trekkerschakelaar in. U kunt de snelheid van het
gereedschap verhogen door de trekkerschakelaar harder
in te drukken. Laat de trekkerschakelaar los om te
stoppen.
Aandoen van de lamp (Fig. 5)
LET OP:
• Kijk niet recht in het lamplicht of de lichtbron.
Druk de trekkerschakelaar in zodat de lamp gaat
branden. De lamp blijft branden zolang u de
trekkerschakelaar ingedrukt houdt. De lamp dooft direct
nadat u de trekkerschakelaar loslaat.
OPMERKING:
• Als het lensje van de lamp vuil is, veegt u dat schoon
met een droge doek. Let op dat u geen krassen maakt
op het lensglas van de lamp, want dat kan het licht
belemmeren.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 6)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de
omkeerschakelaar in vanaf kant A voor rechtse,
kloksgewijze draairichting, of vanaf kant B voor linkse
draairichting.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de trekkerschakelaar niet worden ingedrukt.
LET OP:
• Controleer voordat u gaat werken altijd eerst de
draairichting van het gereedschap.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap helemaal tot stilstand is gekomen. Als u
de draairichting verandert terwijl het gereedschap nog
draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Aanbrengen of verwijderen van het schroefbit of
de schroefdop (Fig. 7, 8 en 9)
Gebruik uitsluitend bits met een insteekgedeelte zoals
aangegeven in de afbeelding.
Om het bit te plaatsen, trekt u de klembus in de richting
van de pijl en steekt u het bit zo ver mogelijk in de bus.
Laat daarna de bus los om het bit te vergrendelen.
Om het schroefbit te verwijderen, trekt u de mof in de
richting van de pijl en trekt u het bit er uit.
OPMERKING:
• Als het bit niet diep genoeg in de klembus wordt
gestoken, zal de bus niet naar haar oorspronkelijke
positie terugkeren en zal het bit niet goed vastzitten. In
dat geval dient u het bit opnieuw erin te steken volgens
de bovenstaande aanwijzingen.
• Nadat u het bit in de bus hebt gestoken, controleert u of
het bit stevig vast zit. Als het bit uit de klembus
loskomt, mag u het bit niet gebruiken.
Haak (Fig. 10)
De ophanghaak kan handig zijn om het gereedschap
tussendoor even op te hangen. Deze is aan beide kanten
van het gereedschap te bevestigen.
Om de ophanghaak te bevestigen, steekt u die in één
van de groeven aan weerszijden van het
gereedschapshuis en zet u de haak met een schroef
vast. Om de ophanghaak te verwijderen, draait u de
schroef los en trekt u de haak er uit.
BEDIENING
LET OP:
• Zorg dat de ventilatiesleuven nergens door afgedekt
worden, om oververhitting en schade aan het
gereedschap te voorkomen.
(Fig. 11 en 12)
Het juiste aandraaikoppel kan verschillen afhankelijk van
het soort en de maat van de schroef/bout, het materiaal
van het te bevestigen werkstuk, enz. De verhouding
tussen het aandraaikoppel en de aandraaitijd is
aangegeven in de afbeeldingen.
(Fig. 13 en 14)
Spanningslampjes
Resterende
accuspanning
Verlicht
Gedoofd
Knippe-
rend
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu op.
Wellicht is er iets
mis met de accu.