30
Voor het aanbrengen van de accu plaatst u de tong van
de accu in de groef van de behuizing en schuift u de
accu op zijn plaats. Schuif de accu er altijd volledig in
totdat die op zijn plaats vast klikt. Wanneer de rode
indicator op de bovenkant van de knop nog zichtbaar is,
zit de accu niet volledig erin.
LET OP:
• Schuif de accu volledig erin totdat de rode indicator niet
meer zichtbaar is. Als u dit nalaat, zou de accu uit het
gereedschap kunnen vallen en uzelf of anderen
kunnen verwonden.
• Druk de accu er niet met kracht in. Als de accu er niet
soepel in gaat, houdt u die waarschijnlijk in de
verkeerde stand.
De resterende acculading controleren (BL1460A)
(Fig. 2)
OPMERKING:
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
Tijdens opladen
Wanneer het opladen begint, gaat het eerste (meest
linkse) indicatorlampje knipperen. Naar mate het opladen
vordert, gaat het ene na het andere lampje branden om
de huidige acculading aan te geven.
OPMERKING:
• Als het indicatorlampje niet gaat branden of knipperen
tijdens het opladen, kan de accu defect zijn. Vraag in
dat geval uw plaatselijke servicecentrum om hulp.
Tijdens gebruik
Wanneer het gereedschap is ingeschakeld, branden de
lampjes om de resterende acculading aan te geven.
Wanneer het gereedschap is uitgeschakeld, gaan de
lampjes na ongeveer 5 seconden uit.
Wanneer u met uitgeschakeld gereedschap op de
controleknop drukt, gaan de indicatorlampjes gedurende
ongeveer 5 seconden branden om de acculading aan te
geven.
Als het oranje lampje knippert, stopt het gereedschap
vanwege de geringe resterende acculading
(automatische stopfunctie). Wanneer dat gebeurt, laadt u
de accu op of gebruikt u een opgeladen accu.
Wanneer het gereedschap wordt gebruikt met een accu
die lange tijd niet is gebruikt en wordt ingeschakeld,
branden mogelijk geen lampjes. Wanneer dat gebeurt,
stopt het gereedschap vanwege de geringe resterende
acculading. Laad de accu goed op.
Werking van de schakelaar (Fig. 3)
LET OP:
• Controleer voordat u de accu in het gereedschap
plaatst altijd eerst of de trekkerschakelaar goed werkt
en bij loslaten direct naar de “OFF” stand terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u enkel de
trekkerschakelaar in. Laat de trekkerschakelaar los om
te stoppen.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 4)
LET OP:
• Controleer voordat u gaat werken altijd eerst de
draairichting van het gereedschap.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap helemaal tot stilstand is gekomen. Als u
de draairichting verandert terwijl het gereedschap nog
draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de
omkeerschakelaar in vanaf kant A voor rechtse,
kloksgewijze draairichting, of vanaf kant B voor linkse
draairichting.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de trekkerschakelaar niet worden ingedrukt.
Inschakelen van de verlichting (Fig. 5)
LET OP:
• Kijk niet recht in het lamplicht of de lichtbron.
Druk de trekkerschakelaar in zodat de lamp gaat
branden. De lamp blijft branden zolang u de
trekkerschakelaar ingedrukt houdt. Het licht dooft
automatisch, 10 seconden nadat u de trekkerschakelaar
loslaat.
OPMERKING:
• Als het lensje van de lamp vuil is, veegt u dat schoon
met een droge doek. Let op dat u geen krassen maakt
op het lensglas van de lamp, want dat kan het licht
belemmeren.