38 NEDERLANDS
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
De zijhandgreep (hulphandgreep)
aanbrengen
►
Fig.10:
1.
Groef
2.
Stalen band
3.
Uitsteeksel
4.
Handgreepvoet
5.
Zijhandgreep
Gebruik altijd de zijhandgreep om verzekerd te zijn van
een veilig gebruik.
Breng de zijhandgreep zodanig aan dat de uitsteeksels
op de handgreepvoet en stalen band in de groeven in
de schacht van het gereedschap vallen. Zet vervolgens
de handgreep vast door deze rechtsom te draaien.
Afhankelijk van uw toepassing kan de zijhandgreep
recht omhoog of aan de linker- of rechterkant van het
gereedschap worden aangebracht.
Het schroefbit/boorbit aanbrengen
of verwijderen
►
Fig.11:
1.
Bus
Draai de klembus linksom los om de klauwen te openen. Plaats
het schroefbit/boorbit zo ver mogelijk in de spankop. Draai de
klembus rechtsom om het bit in de spankop vast te zetten. Om het
schroefbit/boorbit te verwijderen, draait u de klembus linksom.
De schroefbithouder aanbrengen
Optioneel accessoire
►
Fig.12:
1.
Schroefbithouder
2.
Schroefbit
Pas de schroefbithouder op de uitstekende nok aan
de voet van het gereedschapshuis, links of rechts naar
keuze, en zet de bithouder vast met een schroef.
Wanneer u het schroefbit niet gebruikt, kunt u het in de
schroefbithouders opbergen. Schroefbits van 45 mm
lengte kunnen hier worden bewaard.
De haak aanbrengen
WAARSCHUWING:
Gebruik de opgang-/
bevestigingsmiddelen alleen waarvoor ze bedoeld
zijn, d.w.z. ophangen aan een gereedschapsgor-
del tussen werkzaamheden of tijdens pauzes.
WAARSCHUWING:
Wees voorzichtig dat de
haak niet overbelast wordt aangezien een te hoge
kracht of onregelmatige overbelasting kan leiden
tot beschadiging van het gereedschap met per-
soonlijk letsel tot gevolg.
LET OP:
Als u de haak aanbrengt, bevestigt u
deze altijd stevig met de schroef.
Als u dit niet doet,
kan de haak losraken en tot persoonlijk letsel leiden.
LET OP:
Verzeker u ervan dat het gereedschap
veilig hangt voordat u het loslaat.
Door onzorgvuldig
of ongebalanceerd ophangen kan het gereedschap eraf
vallen en persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
►
Fig.13:
1.
Gleuf
2.
Haak
3.
Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves
-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
Het gat gebruiken
WAARSCHUWING:
Gebruik het ophanggat
nooit voor iets waar het niet voor bedoeld is,
bijvoorbeeld om het gereedschap mee vast te
binden op een hoge plaats.
Stuikdruk in een zwaar
belast gat kan het gat beschadigen, waardoor letsel
kan ontstaan bij u of mensen rondom of onder u.
►
Fig.14:
1.
Ophanggat
Gebruik het ophanggat achteraan de onderkant van het
gereedschap om het gereedschap aan een muur te han-
gen met behulp van een ophangkoord of soortgelijk touw.
BEDIENING
LET OP:
Druk de accu altijd stevig aan totdat
die op zijn plaats vastklikt.
Wanneer het rode deel
aan de bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de
accu er nog niet helemaal in. Schuif hem er helemaal
in totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u
dit nalaat, zou de accu uit het gereedschap kunnen
vallen en uzelf of anderen kunnen verwonden.
LET OP:
Wanneer de snelheid sterk afneemt,
verlaagt u de belasting of stopt u het gereedschap
om te voorkomen dat het gereedschap wordt
beschadigd.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan
de handgreep en de andere aan de zijhandgreep om
wringkrachten goed te kunnen beheersen.
►
Fig.15
Gebruik als schroevendraaier
LET OP:
Stel de koppelinstelring in op het
juiste koppel voor uw werkstuk.
LET OP:
Zorg dat het schroefbit recht in de
schroefkop steekt, anders kunnen de schroef en/
of het schroefbit beschadigd worden.
Draai eerst de werkingsfunctiekeuzering zodat het
pijlteken op het gereedschapshuis naar de marke
-
ring
wijst.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop
en oefen wat druk uit op het gereedschap. Start het
gereedschap langzaam en verhoog dan geleidelijk de
snelheid. Zodra de koppeling aangrijpt, laat u de trek
-
kerschakelaar onmiddellijk los.
OPMERKING:
Voor het vastdraaien van houtschroe-
ven dient u een boorgat van 2/3 de diameter van de
schroef voor te boren. Dit vergemakkelijkt het vast
-
draaien en voorkomt dat het werkstuk kan splijten.