63 NEDERLANDS
Gebruik als slijpmachine of schuurmachine
►
Fig.27
Schakel het gereedschap in en breng daarna de schijf
op/in het werkstuk.
In het algemeen geldt: houd de rand van de schijf onder een
hoek van ongeveer 15° op het oppervlak van het werkstuk.
Tijdens de inloopduur van een nieuwe schijf mag u de
slijpmachine niet in voorwaartse richting bewegen omdat
deze anders in het werkstuk kan 'invreten'. Pas nadat de
rand van de schijf door slijtage is afgerond, mag u de schijf
in zowel voorwaartse als achterwaartse richting gebruiken.
Gebruik met een doorslijpschijf of
diamantschijf
Optioneel accessoire
WAARSCHUWING:
Laat de schijf niet vastlopen
en oefen geen buitensporige druk uit. Probeer niet een
buitensporig diepe snede te slijpen.
Een te grote kracht op
de schijf verhoogt de belasting en de kans dat de schijf in de
snede verdraait of vastloopt, waardoor terugslag kan optre-
den, de schijf kan breken of de motor oververhit kan raken.
WAARSCHUWING:
Begin niet met doorslijpen
terwijl de schijf al in het werkstuk steekt. Wacht totdat
de schijf op maximaal toerental draait en breng daarna
de schijf voorzichtig in de snede terwijl u het gereed-
schap voorwaarts beweegt over het oppervlak van
het werkstuk.
Wanneer het elektrisch gereedschap wordt
ingeschakeld terwijl de schijf al in het werkstuk steekt, kan
de schijf vastlopen, omhoog lopen of terugslaan.
WAARSCHUWING:
Tijdens het doorslijpen
mag u nooit de hoek van de schijf veranderen.
Door zijdelingse druk uit te oefenen op de doorslijp
-
schijf (zoals bij slijpen), zal de schijf barsten en breken
waardoor ernstig persoonlijk letsel wordt veroorzaakt.
WAARSCHUWING:
Een diamantschijf moet
haaks op het door te slijpen werkstuk worden gebruikt.
Praktijkvoorbeeld: gebruik met doorslijpschijf
►
Fig.28
Praktijkvoorbeeld: gebruik met diamantschijf
►
Fig.29
Gebruik met een komvormige
draadborstel
Optioneel accessoire
LET OP:
Controleer de werking van de draad-
borstel door het gereedschap onbelast te laten
draaien terwijl u erop let dat niemand vóór of in
één lijn met de draadborstel staat.
KENNISGEVING:
Voorkom tijdens gebruik van
de draadborstel te veel druk waardoor de draden
van de komvormige draadborstel te veel verbui-
gen.
Dit kan leiden tot voortijdig afbreken.
Praktijkvoorbeeld: gebruik met een komvormige
draadborstel
►
Fig.30
Gebruik met een schijfvormige
draadborstel
Optioneel accessoire
LET OP:
Controleer de werking van de schijf-
vormige draadborstel door het gereedschap
onbelast te laten draaien terwijl u erop let dat
niemand vóór of in één lijn met de schijfvormige
draadborstel staat.
KENNISGEVING:
Voorkom tijdens gebruik van
de draadborstel te veel druk waardoor de draden
van de schijfvormige draadborstel te veel verbui-
gen.
Dit kan leiden tot voortijdig afbreken.
Praktijkvoorbeeld: gebruik met een schijfvormige
draadborstel
►
Fig.31
Gebruik met een gatenzaag
Optioneel accessoire
LET OP:
Controleer de werking van de gaten-
zaag door het gereedschap onbelast te laten
draaien terwijl u erop let dat niemand vóór de
gatenzaag staat.
KENNISGEVING:
Kantel het gereedschap niet
tijdens gebruik.
Dit kan leiden tot een voortijdig
defect.
Praktijkvoorbeeld: gebruik met een gatenzaag
►
Fig.32
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en zijn stekker uit het stopcontact
is verwijderd alvorens te beginnen met inspectie
of onderhoud.
KENNISGEVING:
Gebruik nooit benzine, was-
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle repara-
ties, inspectie en vervanging van de koolborstels, en
alle andere onderhoudswerkzaamheden of afstel-
lingen te worden uitgevoerd bij een erkend Makita-
servicecentrum of Makita-fabrieksservicecentrum, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
De ventilatieopeningen schoonmaken
Zorg dat het gereedschap en de ventilatieopeningen
steeds goed schoon blijven. Maak regelmatig de
ventilatieopeningen schoon en let goed op dat ze niet
verstopt raken.
►
Fig.33:
1.
Luchtuitlaatopening
2.
Luchtinlaatopening