41
Gevaren door geluid
1.
Onbeschermde blootstelling aan hoge
geluidsniveaus kan leiden tot permanente en
onherstelbare gehoorschade en andere
problemen zoals tinnitus (sis-, fluit-, brom- of
pieptonen in het oor).
2.
Voer een risicobeoordeling uit met betrekking tot
gevaren door geluid op de werkplek en tref
geschikte beheersmaatregelen voor deze gevaren.
3.
Geschikte methoden om het risico te verkleinen
zijn onder andere het gebruik van
dempingsmaterialen die voorkomen dat
werkstukken ‘meezingen’.
4.
Gebruik geschikte gehoorbescherming.
5.
Bedien en onderhoud het gereedschap zoals
aanbevolen in deze instructies om een onnodige
toename van het geluidsniveau te voorkomen.
6.
Tref geluidsverminderende maatregelen,
bijvoorbeeld door het werkstuk op
geluiddempende ondersteuning te plaatsen.
Gevaren door trillingen
1.
De trillingsemissie tijdens gebruik is afhankelijk
van de grijpkracht, de contactdruk, de
werkrichting, de afstelling van de voeding, het
werkstuk en de ondersteuning van het werkstuk.
Voer een risicobeoordeling uit met betrekking tot
gevaren door trillingen en tref geschikte
beheersmaatregelen voor deze gevaren.
2.
Blootstelling aan trillingen kan onherstelbare
schade aanrichten aan de zenuwen en bloedvaten
van de handen en armen.
3.
Draag warme kleding tijdens het werken onder
koude omstandigheden, en houd uw handen warm
en droog.
4.
U kunt gevoelloosheid, tintelen, pijn of verdroging
van de huid van uw vingers of handen ervaren.
Vraag een vakbekwame bedrijfsarts om medisch
advies aangaande uw algemene activiteiten.
5.
Bedien en onderhoud het gereedschap zoals
aanbevolen in deze instructies om een onnodige
toename van de trillingsniveaus te voorkomen.
6.
Houd het gereedschap vast met een lichte, maar
veilige greep omdat het risico door trillingen
doorgaans groter is wanneer de grijpkracht hoger
is.
Aanvullende waarschuwingen voor pneumatische
gereedschappen
1.
Perslucht kan ernstig letsel veroorzaken.
2.
Sluit altijd de luchttoevoer af en koppel het
gereedschap los van de luchttoevoer wanneer u
het niet gebruikt.
3.
Koppel het gereedschap altijd los van de
persluchttoevoer voordat u accessoires
verwisselt, afstellingen en/of reparaties uitvoert,
en het gereedschap verplaatst van de ene
werkplek naar de andere.
4.
Houd uw vingers uit de buurt van de trekker
wanneer u het gereedschap niet gebruikt en
wanneer u het verplaatst van de ene werkplek naar
de andere.
5.
Richt de perslucht nooit op uzelf of iemand
anders.
6.
Een zwiepende slang kan ernstig letsel
veroorzaken. Controleer altijd op beschadigde of
losse slangen of koppelingen.
7.
Draag een pneumatisch gereedschap nooit aan
zijn slang.
8.
Sleep een pneumatisch gereedschap nooit aan
zijn slang.
9.
Bij gebruik van pneumatische gereedschappen
mag u nooit de maximumwerkdruk (ps max)
overschrijden.
10.
Pneumatische gereedschappen mogen uitsluitend
worden gevoed door perslucht van de laagste
druk die vereist is voor de werkwijze om het
geluids- en trillingsniveau te verlagen en de
slijtage te minimaliseren.
11.
Als zuurstof of brandbaar gas wordt gebruikt om
pneumatische gereedschappen te bedienen,
ontstaat brand- en explosiegevaar.
12.
Wees voorzichtig bij het gebruik van
pneumatische gereedschappen aangezien het
gereedschap koud kan worden waardoor de grip
en controle kunnen afnemen.
Aanvullende waarschuwingen voor gereedschappen
met de mogelijkheid van herhaaldelijk schieten
1.
Plaats uw vinger nooit om de trekker wanneer u
het gereedschap oppakt, wanneer u naar een
andere werkplek of -positie gaat, en wanneer u
met het gereedschap loopt omdat de vinger om de
trekker tot onbedoelde bediening van het
gereedschap kan leiden. Voor gereedschappen
waarop de bedieningsfunctie kan worden
gekozen, controleert u altijd het gereedschap vóór
gebruik om er zeker van te zijn dat de correcte
bedieningsfunctie is gekozen.
2.
Op dit gereedschap kan de bedieningswijze
worden gekozen uit herhaaldelijk schieten of
continu schieten door middel van een
bedieningsfunctie-keuzeknop, of het gereedschap
werkt met herhaaldelijk schieten of continu
schieten en is gemarkeerd met het bovenstaande
symbool. Het beoogde gebruik is voor
productietoepassingen, zoals pallets, meubels,
huizenbouw, stoffering en plaatwerk.
3.
Bij gebruik van dit gereedschap waarbij de
bedieningswijze kan worden gekozen, controleert
u altijd of het in de correcte bedieningsfunctie
staat.
4.
Gebruik dit gereedschap niet in de
bedieningsfunctie herhaaldelijk schieten in
toepassingen zoals het sluiten van kisten of
kratten en het bevestigen van
transportbeveiligingssystemen op vrachtwagens
en aanhangers.
5.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van de ene
bevestigingsplaats naar de andere.
Veiligheidsvoorzieningen
1.
Controleer voor gebruik dat alle
veiligheidssystemen goed werken.
Het