LX110
V. 01 – 21/03/2013
13
©Velleman nv
9--CH
9-kanaalsinstellingen
27--CH
27-kanaalsinstellingen
31--CH
31-kanaalsinstellingen
C--
Statische kleuren
P--
Automatisch programma
S--
Snelheid
SNd
Willekeurig muziekprogramma
Sens
Muziekgevoeligheid
U—
Gebruikergedefinieerde kleuren
dim
Instelling dimsnelheid
dim1: Dimsnelheid - snel
dim2: Dimsnelheid - gemiddeld
dim3: Dimsnelheid - traag
Ventilatie
Instelling ventilatie
auto : Bewegen met het automatische
programma
high: bewegen met de hoogste snelheid
Send
Gegevens versturen
(
toestel aansluiten
)
send1: 1 toestel
send4 : 4 toestellen aangesloten
SlA
Slave-modus (toestel aansluiten)
SL
A
1 : Hetzelfde programma als het master-
toestel
SL
A
2 : Gegevens ontvangen van het tweede
programma
SL
A
3 : Gegevens ontvangen van het derde
programma
SL
A
4 : Gegevens ontvangen van het vierde
programma
7.2
Autonome modus met ingebouwde microfoon
In autonome modus (stand-alone) draait het toestel één van de ingebouwde programma's: automatisch of
muziekgestuurd.
Om het toestel in te stellen in autonome modus (stand-alone):
1.
Sluit niets aan op de DMX-ingang van het toestel.
2.
Druk op <MENU> tot <P--> op de display verschijnt en druk op <ENTER>:
3.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om een ingebouwd programma te selecteren:
7.3
Master/slave-modus
In master/slave-modus kunnen meerdere toestellen verbonden worden met een master-toestel. Alle slave-
toestellen zullen vervolgens synchroon functioneren met het master-toestel.
Plaats een toestel in master-modus en alle andere toestellen in slave-modus.
1.
Verbind alle toestellen in serie met DMX-kabels.
2.
Het eerste toestel in de ketting functioneert als master-toestel. Stel het toestel in zoals hierboven
beschreven.
3.
Op elk van de aangesloten slave-toestellen, druk op <MENU> tot <SLA> op de display verschijnt en druk
op <ENTER>.
4.
Gebruik <UP> en <DOWN> om een optie te kiezen en druk op <ENTER>.
7.4
DMX-sturing
Sturing van het toestel via een universele DMX-controller.
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de
signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel luistert naar het signaal van
de DMX-controller. U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel
een nieuw startadres ingeven.