37
①
A
Ampère ingangsterminal
Voor stroommetingen tot 10 A kontinue (20 A gedurende
max. 30 sekonden). Voor wissel- en gelijkstroom.
②
mA
μ
A Millianpère/Microampère ingangsterminal
Voor stroommetingen tot 200 mA. Voor Wissel- en gelijk-
stroom.
③
COM retour terminal voor alle metingen
④
VΩ
Volt-Ohm-kontinuiteits
en Diodetest ingangsterminal
⑤
Draaischakelaar funktiekeuze
VOLT AC
Ampère AC
VOLT DC
Ampère DC
Ω
Weerstand
Kontinuiteitstest. De beeper geeft signaal bij meting
van minder dan 150 Ohm (zie tabel 2).
Diode test. Voltagemeting van dioden of geleiders
met ± 1 mA stroom. Alleen via de 2 Volt schaal.
⑥
ON/OFF
Druk op deze knop om de meter aan te zetten. Druk
nogmaals om de meter uit te schakelen.
⑦
HOLD
WAArSCHUWiNG
Gebruik geen HOLD funktie om circuits met gevaarlijke
spanning te testen.
Druk op HOLD om de gemeten waarde vast te leggen (op
de display verschijnt
) en later af te kunnen lezen.
Druk nogmaals om de HOLD funktie uit te schakelen.
Tabel 2.
Beepersignaal in kontinuetest
Max. ingangswaarde
Beeper geeft signaal
200.0 Ω
< 150 Ω
⑧
Digitale display
Aflezing van de gemeten waarden op de digitale display
met automatische polariteits aanduiding.
⑨
(
)
Overbelasting indikatie
Verschijnt op de display als de inputwaarde te hoog is vpor
de gekozen bereikschaal.
⑩
HOLD
Verschijnt op de display als de HOLD funktie in gebruik is.
⑪
Negative polariteit
Verschijnt automatisch op de display bij negative ingangs-
signalen.
⑫
BAT
Verschijnt op de display als de batterij nog een levensduur
heeft van ± 8 uur.
3. HET AANzETTEN
WAArSCHUWiNG
Om elektrische schokken of beschadinging aan de
meter te voorkomen, nooit meer dan 1000 Volt tussen
de ingangsterminal en massa brengen.
1. Sluit de testsnoeren aan op de juiste ingangsterminals
(zie tabel 1, pagina 43).
2. Druk op ON/OFF om de meter aan te zetten en zet
de draaischakelaar op de juiste funktie.
3. Gebruik de testpennen voor een meting. Zet de meter
parallel met het circuit voor Volt-metingen en in serie
voor ampère-metingen. Lees de meetwaarde af op de
display.
4. Druk op de HOLD knop voor de vasthoud funktie.
Druk nog een keer om deze funktie uit te schakelen.
4. HET GEBrUik VAN DE METEr
– ingangsterminals en draaischakelaar.
De positienummers komen overeen met de nummers op
de binnenkant van de omslag.
Zie figuur 1, pagina 2,
voor
meetbereiken.