De filterzak in het apparaat moet worden verwijderd voordat het apparaat voor de eerste keer
wordt gebruikt.
Ook de volgende punten zijn van belang:
•
De spanning in uw woning moet overeenkomen met de spanning die op het apparaat wordt
aangegeven.
•
Het apparaat kan worden aangesloten op een ongeaard stopcontact. Dit is een Klasse II-apparaat
(dubbele isolatie).
•
De luchtinlaat en luchtuitlaat moeten volledig vrij zijn.
•
De zeef en het bodemdeksel moeten goed zijn aangebracht (zie hieronder).
•
Als het bodemdeksel verkeerd is aangebracht, zal het apparaat niet naar behoren werken.
•
Lees de aanwijzingen voor het verwijderen van de filterverpakking en de filtervervanging na het
eerste gebruik (zie de afbeeldingen 1
–
6 hieronder).
Schakel het apparaat uit met
de aan/uit-knop.
Draai het bodemdeksel naar links en
verwijder het na de ontgrendeling.
Verwijder het filter.
Verwijder de plastic zak van het
nieuwe filter.
Plaats het filter nadat de zak is
verwijderd.
Plaats de basis van de behuizing
in de
oorspronkelijke positie en
draai deze naar
rechts tot de pijl
van de vergrendeling is uitgelijnd.
Het apparaat kan nu normaal
worden gebruikt.
GEBRUIKSAANWIJZING
Aan/uit-knop
Steek de stekker in het stopcontact. Het rode stroomindicatorlampje gaat branden en de
luchtreiniger kan worden in- of uitgeschakeld. Activeer het luchtkwaliteitsdetectiesysteem van
de luchtreiniger. De detectiecyclus van het luchtkwaliteitsdetectiesysteem is voltooid als het
digitale kader van het bedieningspaneel circa 30 seconden heeft geknipperd. Het digitale
display op het bedieningspaneel maakt gebruik van een groene, blauwe en rode indicator voor
de luchtkwaliteit om aan te geven wat de kwaliteit van de binnenlucht is.