LIVARNOLUX 14138106L, Инструкция по сборке, эксплуатации и безопасности

Страница: 33 / 58

33 NL/BE
Lamp monteren
Opmerking: verwijder voor de montage al het
verpakkingsmateriaal.
Opmerking: bij montage van de lamp op een
hoogte van ca. 2,25 m bedraagt de maximale
reikwijdte van de sensor
2
4–8 m.
De detectiehoek van de sensor
2
bedraagt 100 °.
Opmerking: kies voor de led-solarlamp een zo
zonnig mogelijke plaats.
Opmerking: u kunt de lichthoek van de lamp
3
door horizontaal en verticaal bewegen veranderen
(zie afb. A).
Opmerking: de solarlamp mag zich niet in de
buurt van andere lichtbronnen zoals straatlantaarns
of andere lampen bevinden, omdat anders de led‘s
niet automatisch ingeschakeld kunnen worden.
Klap voorzichtig het zonnepaneel
1
omhoog
en klik het vast in de gewenste positie (zie afb. B).
Maak de montagebasis
4
van de led-solarlamp
los door de schroef
7
met een schroevendraaier
linksom los te draaien en de montagebasis
4
vervolgens naar onder los te trekken (zie afb. C).
Markeer de boorgaten met behulp van de in
de montagebasis
4
voor de schroeven
6
bestemde gaten.
Controleer voor het boren van de gaten of er
geen gas-, water- of stroomleidingen doorboord
of beschadigd kunnen worden op de plek waar
u wilt boren.
Boor vervolgens de bevestigingsgaten (Ø 6 mm,
diepte ca. 40 mm) (zie afb. D).
Plaats de pluggen
5
in de boorgaten (zie afb. E).
Bevestig de montagebasis
4
met de meegele-
verde schroeven
6
(zie afb. F).
Plaats de led-solarlamp nu op de montageba-
sis
4
(zie afb. G). Let op de juiste positie van
de led-solarlamp. Zorg ervoor dat het zonne-
paneel
1
op de zon wordt gericht.
Schroef de montagebasis met de schroef
7
vast.
Zet de AAN- / UIT-tuimelschakelaar
8
op „ON“
(zie afb. H).
Oriënteer de losse lampen horizontaal en verti-
caal totdat u de gewenste verlichting bereikt.
Bij voldoende zonlicht worden de batterijen
opgeladen.
Onder optimale omstandigheden zijn de batte-
rijen na 8–10 uur volledig opgeladen.
Uw lamp is nu gereed voor gebruik.
Ingebruikname
Om de lamp uit te schakelen moet u de AAN- /
UIT-tuimelschakelaar
8
op „OFF“ zetten.
Verlichtingsduur instellen
Draai de draairegelaar TIME
10
rechtsom, om
de verlichtingsduur te verhogen. De belichtings-
duur kunt u in een tijdruimte van ca. 10–60 se-
conden instellen (zie afb. I).
Gevoeligheid van de
sensor instellen
Draai de draairegelaar SENS
9
rechtsom, om
de gevoeligheid van de sensor
2
te verhogen.
Opmerking: de sensor
2
registreert warm-
testraling. Hij reageert bij lage omgevingstem-
peraturen gevoeliger op lichaamswarmte dan
bij hoge omgevingstemperaturen. Let erop dat
de gevoeligheid van de sensor
2
tijdens de
verschillende seizoenen opnieuw ingesteld moet
worden (zie afb. I).
Daglichtniveau instellen
Draai de draairegelaar LUX
11
rechtsom om
het daglichtniveau te verhogen: in de positie
reageert de sensor
2
alleen ‚s nachts (bij ca.
5 lx). In de positie reageert de sensor
2
ook bij daglichtniveau, zolang ca. 50.000 lx
niet wordt overschreden (zie afb. I).