15
NL/BE
Mocht het verlichtingsmiddel aan het einde
van zijn levensduur uitvallen, moet de complete
lamp worden vervangen.
Levensgevaar door
elektrische schok
Controleer de lamp altijd op eventuele bescha-
digingen voordat u hem aan de stroom aansluit.
Gebruik uw lamp nooit indien u een beschadi-
ging hebt geconstateerd.
Overtuig u er voor de montage van dat de be-
staande netspanning overeenstemt met de ver-
eiste voedingsspanning van de lamp (230 V∼).
Monteer de lamp niet als dit niet het geval is.
Monteer de lamp zodanig dat hij beschermd
wordt tegen spatwater en verontreiniging.
VOORZICHTIG! GEVAAR
VOOR BRANDWONDEN!
Waarborg dat de lamp uitgeschakeld
en minimaal 5 minuten afgekoeld is voordat u
hem aanraakt. Verlichtingsmiddelen kunnen
een grote hitte ontwikkelen.
Voor de montage
Belangrijk:
Laat de installatie uitvoeren door een
opgeleide elektricien of een voor elektro-installaties
bevoegde persoon. Deze persoon moet op de hoogte
zijn van de eigenschappen van de lamp en van de
aansluitvoorwaarden.
Wees er voor de installatie zeker van dat de
stroomleiding, waaraan de lamp wordt aange-
sloten, geen spanning heeft. Verwijder hiervoor
de zekering of schakel het betreffende stroom-
circuit in de zekeringenkast uit (0-stand).
Controleer hiervoor de spanningsvrijheid met
een spanningstester.
Het meegeleverde montagemateriaal is geschikt
voor normaal stevig muurwerk. Controleer, of
het montagemateriaal geschikt is voor de door
u gekozen montage-ondergrond. Controleer
eveneens, of de gekozen montage-ondergrond
het gewicht van de lamp kan dragen. Informeer
u indien nodig hierover bij een specialist.
Montage
Opmerking:
De stappen voor de montage zijn
voor alle in deze montagehandleiding genoemde
lampmodellen identiek.
Houd de lampbehuizing
4
tegen het plafond
en markeer de boorgaten (zie afb. A).
Boor nu de bevestigingsgaten (ø 6 mm). Zorg
ervoor dat u de stroomkabel niet beschadigt.
Plaats de pluggen
1
in de boorgaten.
Trek vervolgens de textielslangen
3
over de
losse stroomkabeltjes van de externe stroomka-
bel
2
(zie afb. B).
Verbind het kroonsteentje
5
van de lamp met
de losse stroomkabeltjes van de externe stroom-
kabel (zie afb. C). Let hierbij op de markering
van het kroonsteentje (
L
voor de stroomvoe-
rende kabel,
N
voor de neutrale kabel).
Bevestig de lampbehuizing
4
vervolgens met
behulp van de schroeven
6
(zie afb. D).
Plaats de beschermkappen
7
op de openin-
gen in de lampbehuizing (zie afb. E).
Nadat u de zekering weer hebt gemonteerd c.q.
de hoofdschakelaar in de zekeringenkast hebt
ingeschakeld, is de lamp gereed voor gebruik.
Spots instellen
De spots
8
kunnen ca. 90° verticaal en ca. 330°
horizontaal worden ingesteld, om voor gerichte
lichtaccenten te zorgen (zie afb. E).
ATTENTIE:
De spots worden tijdens het gebruik
heet. Schakel ze uit en laat ze 5 minuten afkoelen,
voordat u ze aanraakt.
Reiniging en onderhoud
Voordat u met de reiniging en het onderhoud van
de lamp begint, dient u de stroomverbinding eerst
te verbreken (zekering verwijderen of de hoofd-
schakelaar in de zekeringenkast uitschakelen –
0-stand) en laat hem vervolgens gedurende 5 minuten
afkoelen!