87
5.2 Veranderen van het lasmondstuk
Stel het lasmondstuk in op de vereiste breedte, indien nodig (niet bij levering inbegrepen). Nadat u het lasmond-
stuk hebt vervangen, MOET u de positie controleren (zoals beschreven onder Instellen van het lasmondstuk).
5.1 Instellingen van het lasmondstuk
A
=
30 – 40 mm
B
=
1 – 2 mm
C
=
1 – 2 mm
foiler
De stand van het lasmondstuk kan worden op
de volgende drie plaatsen worden ingesteld:
• Binnenzeskantbouten (26)
• Binnenzeskantbout (27)
• Schroefring (28)
A
B
C
26
27
28
foiler ETL
De stand van het lasmondstuk kan worden op
de volgende drie plaatsen worden ingesteld:
• Binnenzeskantbouten (26)
• Schroefring (28)
1.
Draai de schroefkraag (3-2) los.
2.
Verwijder het actuele lasmondstuk (3-1).
3.
Bevestig de adapterring (3-3) en het
gewenste lasmondstuk (3-1).
4.
Draai de schroefkraag (3-2) iets vast.
5.
Stel het lasmondstuk (3-1) (zie Instellen
van het lasmondstuk).
6.
Draai de schroefkraag (3-2) weer vast.
3-2
3-1
3-3
26
28