
36
NL
7
Toepassingsgebieden
Er zijn principieel drie mogelijkheden:
A. toepassing met ontvanger: lokalisatie van spanningvoerende leidingen.
B. eenpolige toepassing met zender en ontvanger: metingen met gescheiden toevoer- en retourleiding,
zie afb. d en afb. e in hoofdstuk 7B.
C. tweepolige toepassing met zender en ontvanger: metingen met gezamenlijke toevoer- en retourleiding
in één kabel, zie afb. c.
6
Metingen voorbereiden
– De metingen dienen altijd aan spanningsvrije leidingen te worden uitgevoerd.
– Indien onder spanning wordt gewerkt, dient u de veiligheidsinstructies strikt in acht nemen.
!
Bij de controle van de functieveiligheid van de veiligheidsgeleider dienen de van toepassing zijnde
lokale resp. nationale veiligheidsvoorschriften in acht te worden genomen.
!
Om veiligheidsredenen dient de zender bij werkzaamheden
onder spanning alleen van de fase tegen de neutrale
geleider te worden aangesloten (voorbeeld c). Als de
zender echter van de fase tegen de veiligheidsgeleider
wordt aangesloten (voorbeeld d), dient te worden
gecontroleerd of de veiligheidsgeleider geaard is en
veilig functioneert. Als dat niet het geval is, kunnen
alle met de aarde in contact staande onderdelen
onder spanning staan.
c
Bij werkzaamheden onder spanning kan met behulp van de zender de fasegeleider worden bepaald. Sluit
daarvoor de zwarte kabel (-) op de veiligheidsgeleider en de rode kabel (+) op de te meten geleider aan.
U hebt de fasegeleider gevonden als een spanning op het display wordt weergegeven en het waarschu
-
wingssymbool verschijnt (voorbeeld a). Als deze weergave niet verschijnt, hebt u de neutrale geleider N
(voorbeeld b) gevonden of de bedrijfsspanning is niet voorhanden resp. de veiligheidsgeleider is verkeerd
aangesloten.
De metingen kunnen principieel aan leidingen worden uitgevoerd die spanningsvrij zijn of onder spanning
staan. Het ontvangstbereik van de ontvanger is in de regel groter als in spanningsloze toestand wordt
gewerkt. De zender geschiedt wordt gevoed door de ingebouwde batterij.
Indien in het meetcircuit een verkeerde stroom voorhanden is, kan de FI/RCD-veiligheidsschakelaar
door de extra stroom van de zender worden geactiveerd.
!
b
LEVEL
CODE
LEVEL
a
LEVEL
CODE
Volt
230
120
50
12
LEVEL
d
Содержание CableTracer Pro
Страница 1: ...CableTracer Pro EE LV LT RO BG GR 02 DE 16 GB 30 NL 44 DK 58 FR 72 ES IT PL FI PT SE NO TR RU UA CZ...
Страница 86: ...86...
Страница 87: ...CableTracer Pro 87...