NL
Cod. 3QE46210 - Rev. 00 - 11/2019
RUBINO M
53
2.7 VERBINDINGSLEIDINGEN
De leidingen zijn opgerold en al aan beide zijden opgetrompt. De
afmetingen staan vermeld in de paragraaf "LIMIETEN VAN DE
LENGTE EN HOOGTEVERSCHIL VAN DE KOELLEIDINGEN"
op pagina 49.
Leg de koelleidingen afhankelijk van de installatievereisten.
Maak zo min mogelijk bochten en houd u aan de minimale bu-
igstraal om te voorkomen dat ze worden bekneld. Maak hierbij
gebruik van een geschikt buigapparaat voor buizen. Houd er
rekening mee dat de buigstraal niet minder mag zijn dan 3,5 keer
de buitendiameter van de leiding, zoals aangegeven ("Fig. 11 -").
Als u na het leggen van de leidingen het eventuele overtollige
leidingstuk niet wilt afknippen, dient u het opnieuw op te rollen
zodat de as van de spiralen horizontaal is.
Denk tijdens het leggen van de leidingen aan het volgende:
• Rol de streng voorzichtig af in de richting waarin hij is opgerold.
• Omwikkel de twee leidingen eerst met band, voordat u ze door.
de gaten in de wand steekt om te voorkomen dat u het isolatie-
materiaal beschadigt en er stof in komt. Om deze handeling te
vergemakkelijken, wordt aangeraden een stuk PVC- buis in het
gat in de muur te steken. De lengte van dit stuk buis moet gelijk
zijn aan de dikte van de muur en de diameter van de buis moet
in het gat passen.
Aangezien de bedrijfsdrukwaarden aanzienlijk hoger liggen dan
bij R32 koelmiddel, is het noodzakelijk om de juiste materialen
te kiezen.
De onderstaande tabel bevat de aanbevolen dikten van de kope-
ren leidingen met betrekking tot de nominale diameters van de
verbindingsleidingen. Het wordt aanbevolen geen
dikten onder de 0,8 mm te gebruiken.:
1. 1.Afsnijden van de leiding.
Gebruik een buisknipper ("Fig.
12 -"). Ga voorzichtig te werk bij het knippen, zodat de lei-
ding niet wordt vervormd. Knip de leiding op de gewenste
lengte af (de snede moet horizontaal zijn).
2. 2.Verwijderen
van eventuele bramen of splinters. Als het
oppervlak van de optromping vervormd is of splinters verto-
ont, kan dit koelmiddellekken veroorzaken. Het is raadzaam
de buis te ontbramen terwijl u het uiteinde naar beneden
richt ("Fig. 13 -"). Ontbraam de buis en maak het snij-op-
pervlak schoon.
3. De koppelmof plaatsen.
Denk eraan om de koppelmof te
plaatsen, voordat u het uiteinde wijder maakt ("Fig. 16 -").
4. Maken van de optromping.
Verzeker u ervan dat de buis
en de optromper schoon zijn. Voor het optrompen van
het buiseinde is het raadzaam om u te houden aan de
aanwijzingen in de volgende tabellen, “Te flenzen dikte" en"
Afmetingen optrompingen en koppelmoffen". Zet de buis
vast (2 - "Fig. 15 -") met een klem (1 - "Fig. 15 -") en maak
de optromping (het is het beste om een druppel koelolie
tussen de wrijvende delen aan te brengen).
Fig. 11 -
Fig. 12 -
Fig. 13 -
Fig. 14 -