NL
- 110 -
Gevaar!
Gebruik de zaag niet als de veiligheid-
sinrichtingen niet naar behoren werken. Probeer
geen beschermende voorzieningen die belangrijk
zijn voor de veiligheid zelf te herstellen, maar
wendt u zich tot onze service of tot een overeen-
komstig gekwali
fi
ceerde werkplaats.
Handbeschermer
De voorste handbeschermer (gelijktijdig ket-
tingrem) (
fi
g. 1, pos. 2) en de achterste handbe-
schermer (
fi
g. 1, pos. 14) beschermen uw vingers
tegen letsel door contact met de zaagketting
indien die door overbelasting breekt.
7. Werken met de kettingzaag
7.1 Voorbereiding
Controleer voor elk gebruik volgende punten om
veilig te kunnen werken:
Toestand van de kettingzaag
Ga voor werkbegin na of de behuizing, de
netkabel, de zaagketting of het zwaard van de
kettingzaag beschadigd zijn. Neem nooit een ge-
reedschap in gebruik dat blijkbaar beschadigd is.
Olietank
Oliepeil van de tank. Controleer ook tijdens het
werk of er steeds voldoende olie voorhanden is.
Werk nooit met de zaag als er geen olie voorhan-
den is of als het oliepeil onder het minimummerk
is gezakt (
fi
g. 10, pos. C) om een beschadiging
van de kettingzaag te vermijden.
Een vulling volstaat gemiddeld voor 15 minuten
naargelang de ingelaste pauzen en de belasting.
Zaagketting
Spanning van de zaagketting, toestand van de
snijkanten. Hoe scherper de zaagketting is des te
gemakkelijker kan u de kettingzaag bedienen en
onder controle houden. Hetzelfde geldt voor de
kettingspanning. Controleer ook tijdens het werk
om de 10 minuten de kettingspanning om uw vei-
ligheid te verhogen! Vooral nieuwe zaagkettingen
neigen tot verhoogd uitzetten.
Kettingrem
Controleer de functie van de kettingrem zoals be-
schreven in hoofdstuk “veiligheidsvoorzieningen”
en zet haar in werking.
Beschermende kleding
Draag zeker de gepaste beschermende nauw
sluitende kleding zoals een speciale broek die
u beschermt tegen snijwonden, alsmede hand-
schoenen en veiligheidsschoenen.
Gehoorbeschermer en veiligheidsbril
Draag bij vel- en boswerkzaamheden zeker een
veiligheidshelm met geïntegreerde gehoor- en
gelaatsbeschermer. Die biedt bescherming tegen
neervallende dikke takken en terugschietende
takjes.
7.2 Toelichting omtrent het correct te werk
gaan bij fundamentele werkzaamheden
Boom vellen (
fi
g. 14-17)
Indien twee of meer personen tegelijkertijd op
maat snijden en vellen, moet de afstand tussen
de vellende en op maat snijdende personen
minstens twee boomlengtes bedragen (
fi
g. 14).
Bij het vellen van bomen dient u erop te letten
dat geen andere personen in gevaar worden ge-
bracht, geen toevoerleidingen worden geraakt en
geen materiële schade wordt veroorzaakt. Mocht
een boom een toevoerleiding raken, dient de
desbetre
ff
ende energievoorzieningsmaatschappij
onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld.
Bij zaagwerkzaamheden op een helling moet de
bedienaar van de kettingzaak op het terrein hoger
staan dan de te vellen boom omdat de boom na
het vellen bergaf gaat rollen of glijden (
fi
g. 15).
Vóór het vellen moet een vluchtweg worden
gepland en, indien nodig, vrij worden gemaakt.
De vluchtweg moet vanaf de verwachte vallijn
schuin naar achteren verlopen zoals voorgesteld
in
fi
g. 16 (A = gevarenzone, B = valrichting, C =
vluchtzone).
Vóór het vellen dient u rekening te houden met de
natuurlijke schuine stand van de boom, de stand
van de dikkere takken en met de windrichting om
de valrichting van de boom te kunnen beoordelen.
Vuil, stenen, losse schors, spijkers, klemmen en
metalen draad dienen van de boom te worden
verwijderd.
Kerfsnede maken (
fi
g. 17)
Zaag haaks t.o.v. de valrichting een kerf (A) met
een diepte van 1/3 van de boomdiameter, zoals
in
fi
g. 17 getoond. Eerst de onderste horizontale
kerfsnede (1) uitvoeren. Daardoor wordt voor-
komen dat de zaagketting of de geleiderail bij
het uitvoeren van de tweede kerfsnede beklemd
raakt.
Anl_KX_AKS_1825_Li_SPK13.indb 110
Anl_KX_AKS_1825_Li_SPK13.indb 110
20.04.2021 10:11:44
20.04.2021 10:11:44