N-16
S
TATUSBERICHT
U kunt 2-cijferige Statusberichten zenden en ontvangen welke afgesproken zijn binnen
uw groep. Statusberichten bevatten tot 16 alfanumerieke tekens. Statusberichten liggen
tussen de 10 en 99 (80 - 99 zijn gereserveerd voor speciale berichten).
Er kunnen maximaal 15 ontvangen berichten opgeslagen worden in het wachtrijgeheugen
van uw zendontvanger. Deze opgeslagen berichten kunnen na ontvangst bekeken worden.
Afhankelijk van uw dealerinstellingen zal bij het ontvangen van een nieuw bericht wanneer
het wachtrijgeheugen vol is het oudste bericht worden gewist of het nieuwe bericht niet
opgeslagen worden in het wachtrijgeheugen. Het pictogram licht op als een bericht in
het wachtrijgeheugen wordt opgeslagen.
■
Z
ENDEN
1
Selecteer de gewenste zone en kanaal.
2
Druk de toets geprogrammeerd als
Status
om naar Status mode te schakelen of
S Status
om naar Selcall mode te schakelen.
• Bij het schakelen naar de Statusmode met de
Status
toetst, is het station ID vast en kan
niet worden geselecteerd. Ga door naar stap 5 om verder te gaan.
3
Druk in Sellcall mode op de
<B
en
C>
toetsen om het ID van het station dat u wilt
oproepen te selecteren.
• Mits geprogrammeerd door uw dealer kunt u ook de
en
toetsen gebruiken.
• U kunt ook een station ID invoeren met de DTMF toetsen.
• In de handmatige input mode kunt cijfers invoeren met de DTMF numerieke toetsen of
door de cijfers te selecteren met de
en
toesten. Om naar handmatige input mode
te schakelen houdt u de
S
of DTMF
toets ingedrukt. Bij het gebruiken van de
en
toetsen, loopt u door de cijfers heen om een cijfer te selecteren, en drukt u de
C>
toets om
het cijfer te accepteren en de cursor naar rechts te verschuiven. Herhaal dit proces totdat
de hele ID is ingevoerd.
4
Druk
de
S
of DTMF
toets om naar de Statusmode te schakelen.
5
Druk op de
<B
en
C>
toetsen om de status ID die u wilt zenden te selecteren.
• Mits geprogrammeerd door uw dealer kunt u ook de
en
toetsen gebruiken.
• U kunt ook een station ID invoeren met de DTMF toetsen.
• In de handmatige input mode kunt cijfers invoeren met de DTMF numerieke toetsen of
door de cijfers te selecteren met de
en
toesten. Om naar handmatige input mode
te schakelen houdt u de
S
of DTMF
toets ingedrukt. Bij het gebruiken van de
en
toetsen, loopt u door de cijfers heen om een cijfer te selecteren, en drukt u de
C>
toets om
het cijfer te accepteren en de cursor naar rechts te verschuiven. Herhaal dit proces totdat
de hele ID is ingevoerd.
6
Druk op de microfoon
PTT
schakelaar of
■
toets om een Statusoproep te beginnen.
• “
” verschijnt als de oproep succesvol is verzonden.
■
O
NTVANGEN
Bij het ontvangen van een statusoproep knippert het pictogram en verschijnt een ID
van de oproeper of een tekstbericht.
Druk op een toets om terug te keren naar normale gebruiksmode.