– 3
Afbeelding zie omslagpagina
1 Zwenkwieltjes met parkeerrem
2 Aftapslang
3 Schuifbeugel
4 Netkabel
5 Zuigkop
6 Schakelaar -Aan/Uit
7 Zuigslangaansluiting
8 Sluiting
9 Filter
10 Sluitschroef
11 Keerplaat
12 Vloeistofreservoir
13 Accessoireshouder
14 Handgreep
15 Kipinrichting
16 Ontgrendelhefboom
Afbeelding zie omslagpagina
Het apparaat in de werkpositie brengen, in-
dien nodig met parkeerrem zekeren.
Vergewis u ervan dat de zuigkop vol-
gens de voorschriften is aangebracht.
Afbeelding
Zuigslang in de zuigslangaansluiting
stoppen.
Gewenste toebehoren op de zuigslang
steken.
Afbeelding zie omslagpagina
Netstekker in het stopcontact steken.
Afbeelding
Apparaat inschakelen
Instructie:
De schakelaar heeft meerdere
schakeltrappen:
Apparaat steeds in stand 2 gebruiken.
Uitzondering schuimende vloeistoffen.
LET OP
Beschadigingsgevaar! Schuimende vloei-
stoffen mogen alleen in schakelstand 1
worden opgezogen.
Start het zuigproces.
Instructie:
Dompel de toebehoren bij het
opzuigen van vloeistoffen maar half onder
om voldoende lucht mee te transporteren.
Instructie:
De rode markering op de aftap-
slang geeft het maximale vulniveau weer.
Apparaat uitschakelen en van het
stroomnet scheiden.
Apparaat naar de afvoerplaats voor de
vloeistof brengen.
Scheid de aftapslang aan de bovenste
slangverbinding.
Houd de aftapslang boven een geschik-
te opvangbak en laat de inhoud af.
Inhoud conform de wettelijke bepalin-
gen afvoeren of hergebruiken.
Apparaat-elementen
Inbedrijfstelling
Bediening
0
Apparaat is uitgeschakeld.
1
Motor 1 ingeschakeld
2
Motor 1 en 2 ingeschakeld
Niveau-indicatie controleren
Vloeistofreservoir leegmaken
33
NL