11
NEDERLANDS
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS EON
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan
hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van
het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma
meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een
muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “EON (Enhanced Other
Networks)”. De EON-indicator licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen die EON-
gegevens uitzendt. Met behulp van de EON-gegevens die door het station worden verstuurd,
kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma
of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere
afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”)
of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Zoeken naar verkeersinformatie (TP – “Traffic Programme”)
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen
kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de
tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-
zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en
bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u
rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens
uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op de
TP RDS-toets (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer
u op deze toets drukt, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
Mode 1
Mode 2
Mode 3
Modus 2
Modus 3
Modus 1
REG-indicator
AF-indicator
NL11-18.KD-LX10R[E]/f
00.1.13, 8:37 PM
11