NE
27
OPNAMEFUNCTIES
MasterPage: Start_Right
GE
A
V
A
N
C
EE
RD
E FU
NCT
IE
S
Dankzij het Full Range AF-systeem kunt u
continu opnames maken gaande van close-up
(minimale afstand slechts 5 cm tot het
onderwerp) tot oneindig.
Of de camera echter ook goed scherpstelt, is
afhankelijk van de opnamesituatie. Gebruik in dit
geval de handmatige scherpstelling.
1
Zet de aan/uit-knop op
“REC”
.
2
Zet de opnamestand
op “
M
”. (
墌
blz. 13)
3
Druk op
FOCUS
. De
aanduiding voor
handmatig scherpstellen
verschijnt.
4
Druk op
of
om
op een onderwerp scherp te stellen.
●
Als u niet verder of dichterbij kunt scherpstellen,
gaat “
” of “
” knipperen.
5
Druk op
SET
. Het scherpstellen is voltooid.
Teruggaan naar automatisch scherpstellen
Druk tweemaal op
FOCUS
.
In de hieronder beschreven situaties wordt
aanbevolen handmatig scherp te stellen.
●
Als twee onderwerpen elkaar binnen hetzelfde
beeld overlappen.
●
Als er te weinig licht is.*
●
Als het onderwerp te weinig contrast heeft
(verschil tussen licht en donker), bijvoorbeeld een
vlakke, effen muur of een helderblauwe lucht.*
●
Als een donker voorwerp nauwelijks zichtbaar is
op het LCD-scherm of in de zoeker.*
●
Als een beeld hele kleine patronen of identieke,
zich herhalende patronen bevat.
●
Als het beeld blootstaat aan zonnestralen of licht
dat weerkaatst via een grote hoeveelheid water.
●
Als u een beeld met een contrastrijke achtergrond
filmt.
* De volgende waarschuwingen voor te laag
contrast knipperen:
, , en
.
In de volgende situaties is het raadzaam
handmatig de belichting in te stellen:
●
Als u filmt met omgekeerde belichting of als de
achtergrond te licht is.
●
Als u filmt met een reflecterende natuurlijke
achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een
besneeuwde berg.
●
Als de achtergrond erg donker is of als het
onderwerp licht is.
1
Zet de aan/uit-knop op
“REC”
.
2
Zet de opnamestand op “
M
”. (
墌
blz. 13)
3
Stel “BELICHTING” in op “HANDMATIG” in
het menu FUNCTIE. (
墌
blz. 23)
●
Het menu voor de belichtingsinstelling wordt
weergegeven.
4
Als u het beeld lichter wilt maken, drukt u op
. Als u het beeld donkerder wilt maken, drukt u
op .
(maximaal
±6)
●
De inst3 heeft hetzelfde effect als
achtergrondlichtcompensatie. (
墌
blz. 28)
●
De instelling –3 heeft hetzelfde effect als het
instellen van PROGRAM AE op “SPOTLICHT”.
(
墌
blz. 31)
5
Druk op
SET
of
. Het instellen van de
belichting is voltooid.
De automatische belichting herstellen
Selecteer “AUTOM” in stap
3
.
OPMERKINGEN:
●
Het is niet mogelijk om handmatig de belichting in
te stellen als tegelijk ook “PROGRAM AE” is
ingesteld op “SPOTLICHT” of “SNEEUW”
(
墌
blz. 30), of als de
achtergrondlichtcompensatie is ingeschakeld.
●
Als de aanpassing geen zichtbare
helderheidswijzigingen teweeg brengt, stelt u
“OPHELDEREN” in op “AUTOM”. (
墌
blz. 22, 24)
Handmatig scherpstellen
Aanduiding
handmatig
scherpstellen
De belichting instellen
GR-D340PAL.book Page 27 Saturday, October 29, 2005 11:07 AM