STARTEN EN STOPPEN / ARBEIDSTECHNIEK
456 – Dutch
1154232-26 Rev.4 2012-02-13
Omdat de kettingrem nog steeds geactiveerd is, moet
het toerental van de motor zo snel mogelijk terug naar
nullast, wat u bereikt door de gashandel één keer snel in
te drukken. Daardoor voorkomt u onnodige slijtage van
koppeling, koppelingstrommel en remband.
Let op!
Reset de kettingrem door de
terugslagbeveiliging (aangeduid met ”PULL BACK TO
RESET”) tegen de handgreepbeugel aan te brengen. De
motorzaag is vervolgens klaar voor gebruik. (27)
Warme motor
Volg dezelfde startprocedure als voor een koude motor,
maar zonder de chokehendel in de chokestand te zetten.
Plaats de gashendel in de startpositie door de blauwe
chokehendel in de chokestand te zetten en deze
vervolgens weer in te drukken. (24)
•
Start de motorkettingzaag nooit zonder dat zaagblad,
zaagketting en alle kappen correct gemonteerd zijn.
Zie de instructies in het hoofdstuk Monteren.
Wanneer zaagblad en ketting niet op de motorzaag
zijn gemonteerd, kan de koppeling losraken en
ernstig letsel veroorzaken. (28)
•
De kettingrem moet geactiveerd zijn wanneer u de
motorzaag start. Zie instructies onder het hoofdstuk
Starten en stoppen. Gebruik nooit de valstart voor de
motorzaag. Deze methode is zeer gevaarlijk omdat u
makkelijk de controle over de motorzaag kunt
verliezen. (29)
•
Start de machine nooit binnenshuis. Vergeet niet dat
het gevaarlijk is om de uitlaatgassen van de motor in
te ademen.
•
Controleer de omgeving en vergewis u ervan dat er
geen risico bestaat dat mensen of dieren in contact
komen met de snijuitrusting.
•
Hou de motorzaag altijd met beide handen beet. Hou
uw rechterhand op de achterhandgreep en uw
linkerhand op de voorhandgreep. Alle gebruikers,
zowel rechts- als linkshandigen, moeten deze
greep gebruiken.
Hou stevig vast zodat uw duimen
en vingers de handgrepen van de motorzaag
omsluiten. (30)
Stoppen
U stopt de motor door de stopknop in te drukken. (31)
Voor ieder gebruik: (32)
1 Controleer of de kettingrem goed werkt en niet
beschadigd is.
2 Controleer of de achterste rechterhandbescherming
niet beschadigd is.
3 Controleer of de gashendelvergrendeling goed werkt
en niet beschadigd is.
4 Controleer of het stopcontact goed functioneert en
onbeschadigd is.
5 Controleer of alle handvatten vrij van olie zijn.
6 Controleer of het trillingsdempingssysteem goed
werkt en niet beschadigd is.
7 Controleer of de geluiddemper goed vast zit en niet
beschadigd is.
8 Controleer of alle onderdelen van de
motorkettingzaag vastgedraaid zijn en dat ze niet
beschadigd zijn of ontbreken.
9 Controleer of de kettingvanger op zijn plaats zit en
niet beschadigd is.
10 Controleer de kettingspanning.
Algemene werkinstructies
Basisveiligheidsregels
1 Controleer de omgeving:
•
Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw
machine niet kunt verliezen vanwege omstanders,
dieren of een andere reden.
•
Om te voorkomen dat omstanders en dieren in
contact komen met de ketting of geraakt worden door
de vallende boom en gewond raken.
N.B.! Volg de hierboven genoemde punten maar gebruik
de motorkettingzaag nooit als u niet de mogelijkheid
heeft om hulp in te roepen in geval van een ongeval.
!
WAARSCHUWING! Langdurige
inademing van de uitlaatgassen van de
motor, kettingolienevel en stof van
zaagsel kan een gezondheidsrisico
vormen.
BELANGRIJK!
In dit hoofdstuk nemen we de basisveiligheidsregels
voor het werken met een motorkettingzaag door. Deze
informatie kan nooit de kennis vervangen die een
vakman via opleidingen en praktische ervaring heeft
verworven. Wanneer u in een situatie belandt waarin u
niet goed weet hoe u verder te werk moet gaan, moet
u een expert raadplegen. Wend u tot uw dealer, uw
servicewerkplaats of een ervaren
motorkettingzaaggebruiker. Vermijd gebruik waarvan u
vindt dat u niet voldoende gekwalificeerd bent!
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken, moet u
weten wat terugslag is en hoe dit voorkomen kan
worden. Zie instructies in het hoofdstuk Maatregelen
die terugslag voorkomen.
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken moet u
begrijpen wat het verschil is tussen zagen met de
onderkant en zagen met de bovenkant van het
zaagblad. Zie de instructies in het hoofdstuk
Maatregelen om terugslag te voorkomen en De
veiligheidsuitrusting van de machine.
Draag altijd persoonlijke veiligheidsuitrusting. Zie
instructies in het hoofdstuk Persoonlijke
veiligheidsuitrusting.
Содержание CS2234
Страница 2: ...2 English 1154232 26 Rev 4 2012 02 13 ...
Страница 3: ...English 3 1154232 26 Rev 4 2012 02 13 ...
Страница 4: ...4 English 1154232 26 Rev 4 2012 02 13 ...
Страница 5: ...English 5 1154232 26 Rev 4 2012 02 13 ...
Страница 504: ......
Страница 505: ......
Страница 506: ......
Страница 507: ......