J.C. SCHWARZ 10155936, Руководство пользователя

Страница: 38 / 92

NL 36
1. Metalen objecten detecteren:
Druk op knop 11, symbool L
verschijnt, groen lampje O brandt.
Plaats de sensor 8 op het te scan-
nen oppervlak en verplaats deze.
De amplitude van de indicator J
neemt geleidelijk toe naarmate
een metalen voorwerp dichter bij
de sensor komt. Er verschijnt een
kruis op de indicator H wanneer
het metalen voorwerp zich recht
onder de sensor bevindt. De gele A
of rode lampjes B gaan branden,
er is een constant geluid hoorbaar
(1a).
Er verschijnt een dieptewaarde op
het display. De nauwkeurigheid
van deze waarde is afhankelijk
van de vorm en het materiaal van
de gedetecteerde objecten, de
plaatsing ervan en het omringende
materiaal. Dit moet als een alge-
mene referentiewaarde worden
beschouwd.
2. Houten objecten detecteren:
Druk op de knop 2 , op het
display verschijnt het symbool D .
Plaats de sensor 8 op het te
scannen oppervlak, verplaats deze
en wacht tot het groene indica-
tielampje gaat branden. Beweeg
het gereedschap gelijkmatig over
het oppervlak. De amplitude van
de indicator J neemt geleidelijk toe
naarmate een houten voorwerp
dichter bij de sensor komt. Als
er een kruis op de indicator H
verschijnt, dan bevindt het houten
voorwerp zich recht onder de sen-
sor. Het rode lampje B knippert,
er is een constant geluid te horen
(2a).
“Exact” en “diep”:
N-instelling is standaard “exact”,
max. detectiediepte is 20 mm.
Houd knop 2 ingedrukt tot het
N- display “deep” (diep) toont.
Max. detectie diepte verandert in
38 mm.