48
NL
Praktisch advies over het gebruik van het
apparaat
!
Gebruik potten en pannen uit materiaal dat compatibel
is met het inductieprincipe (ferromagnetisch materiaal).
We raden in bijzonder pannen aan van: gietijzer, verzinkt
staal of speciaal roestvrij staal aangepast voor inductie.
Gebruik een magneet om de compatibiliteit van het
kookgerei te testen.
*
GESCHIKT
ONGESCHIKT
Gietijzer
Geëmailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, glas, aardewerk,
Keramiek, niet-magnetisch roestvrij staal
Bovendien, om een optimaal resultaat te bereiken van uw
kookplaat:
• Gebruik pannen met een dikke, vlakke bodem om de
kookzone volledig te gebruiken.
• Gebruik steeds pannen met een diameter die voldoende
groot is om de warme plaat volledig af te dekken zodat alle
beschikbare warmte wordt gebruikt.
• Zorg ervoor dat de bodem van het kookgerei als tijd schoon
en droog is voor een optimaal gebruik en om de levensduur
van de kookzones en de pannen te verlengen.
• Vermijd potten en pannen te gebruiken die u ook op
gasbranders gebruikt: de warmteconcentratie op de
gasbranders kan de bodem van de pan vervormen
waardoor ze niet langer correct past.
Veiligheidsinrichtingen
Pansensor
Iedere kookzone is uitgerust met een pansensor. De kookplaat
straalt enkel warmte uit als een pan met geschikte afmetingen
voor de kookplaat wordt gebruikt.
Het “u”-symbool op het scherm verschijnt als, na de
selectie van de kookplaat, de pan niet op een kookplaat
wordt geplaatst, of:
• Een niet compatibele pan
• Een pan met een te kleine diameter
• De pan werd verwijderd van de kookplaat.
Na 10 sec. zonder pan op de kookplaat weerklinkt een
waarschuwingssignaal.
Na 60 sec. zonder pan op de kookplaat schakelt de
kookplaat
switches off.
Oververhitting bescherming
Als de elektronische elementen oververhitten, begint het
nummer van het vermogen niveau te knipperen, en de
letter “c” verschijnt op het scherm. Als de temperatuur een
geschikt niveau heeft bereikt, verdwijnt dit bericht en de
kookplaat kan opnieuw worden gebruikt.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat heeft een veiligheidsschakelaar die de
kookzones automatisch uitschakelt nadat ze gedurende
een bepaalde tijdsduur heeft gewerkt aan een bepaald
vermogen. Als de veiligheidsschakelaar ingeschakeld is,
geeft het scherm “
0
” weer.
Bijvoorbeeld: de kookplaat rechts achteraan is ingesteld
op 5 en schakelt uit na 5 uur doorlopende werking, terwijl
de kookplaat links vooraan ingesteld is op 2 en uitschakelt
na 8 uur.
Als een of meerdere knoppen worden ingedrukt gedu-
rende meer dan 10 sec. schakelt de bedieningsknop
uit. sMet alle kookplaten op nul gedurende 10 sec. De
kookplaat wordt uitgeschakeld. Als de uitschakeling te
Einde van de timer aftelling.
Als de resterende tijd verstreken is, wordt de timer uitge-
schakeld en het scherm geeft een knipperende ‘0’ weer.
Het alarm wordt geannuleerd door een van de toetsen
in te drukken.
Bedieningspaneel vergrendeling
Als de brander ingeschakeld is, kunnen de oven
bedieningstoetsen worden vergrendeld om ongewenste
wijzigingen aan de instellingen te vermijden (door kinderen,
tijdens het schoonmaken, etc.).
Druk op
knop om het bedieningspaneel te
vergrendelen: - het pictogram begint te branden en een
geluidsignaal weerklinkt.
Om een van deze bedieningsknoppen (bijv. om te
stoppen met koken) te gebruiken, moet u deze functie
uitschakelen. Druk op de
knop gedurende een
aantal momenten. Het pictogram brandt niet meer en de
vergrendelingsfunctie wordt verwijderd.
Alle toetsen op de kookzone selectie wordt vergrendeld
if :the cooktop is off,
als: de kookplaat uitgeschakeld is
als er een fout optreedt op een kookplaat.
Wanneer de kookplaat
Druk op de knop
om het apparaat uit te schakelen – u
mag niet uitsluitend op de pansensor vertrouwen.
Als de bedieningspaneel vergrendeling werd ingeschakeld,
blijven ze vergrendeld, zelfs nadat de brander opnieuw
wordt ingeschakeld. Om de brander opnieuw in te
schakelen, moet u eerst de vergrendelfunctie verwijderen.