3
Toepassingen
Met behulp van het elektronische scheidingsfilter
MCX-321/SW kunnen stereo-installaties met
actieve 2-weg- of 3-weg-werking met of zonder bij-
komende subwoofer gerealiseerd worden. Het filter
is speciaal ontworpen voor professioneel gebruik op
het podium, in discotheken en voor PA-installaties.
Door de veelzijdige afregelmogelijkheden wordt
steeds een optimale aanpassing gerealiseerd voor
de diverse toepassingen.
De indeling in frequentiebereiken gebeurt met de
“Active State Variable”-filters, die voor een naadloze
overgang van het ene naar het andere frequentiebe-
reik zorgen. Alle in- en uitgangen zijn gebalanceerd
(XLR-jacks), maar kunnen ook ongebalanceerd
aangesloten worden.
4
Installatie
Het frequentiefilter is speciaal ontworpen voor mon-
tage in een rack (482 mm/19"). Het filter kan ook
vrijstaand opgesteld worden indien nodig. Voor de
montage in een rack is 1 rack-eenheid nodig
(= 44,5 mm).
5
De bedrijfsmodus instellen
1) Stel met de toets (21) de grensfrequentie in voor
de subwoofer (zie technische gegevens van de
subwoofer):
Toets niet ingedrukt:
80 Hz,
Toets ingedrukt:
120 Hz.
2) Stel met de toetsen (23 + 25) de bedrijfsmodus
(fig. 4) in:
Toetsen niet ingedrukt: 3-weg-werking
Toetsen ingedrukt:
2-weg-werking
Bij 2-weg-werking zijn enkel de kanalen LOW en
HIGH actief. Om deze toestand aan te duiden,
lichten de gele LED’s (4) boven de MID LEVEL-
regelaars niet op.
3) Bij 2-weg-werking is de scheidingsfrequentie
voor de kanalen LOW en HIGH standaard zo
ingesteld, dat ze met de regelaars (9) tussen
70 Hz en 1 kHz ingesteld kan worden. Enkel de
gele LED’s (2) boven de regelaars (9) lichten op.
Indien nodig kan de scheidingsfrequentie zo
ingesteld worden, dat ze met behulp van de rege-
laars (10) tussen 910 Hz en 8 kHz ingesteld kan
worden. Deze instelling mag uitsluitend uitge-
voerd worden door een gekwalificeerd persoon.
Open het toestel pas, nadat het van de voedings-
spanning losgekoppeld is. In het toestel dienen
de bruggen J 1 – J 6 met MODE 2 verbonden
worden zoals weergegeven op figuur 3 resp. vol-
gens de opdruk op het toestel. Na verbinding
lichten bij 2-weg-werking enkel de gele LED’s (2)
boven de regelaars (10) op.
6
Het toestel aansluiten
Schakel het scheidingsfilter en alle andere audioap-
paratuur uit, alvorens de aansluiting te maken resp.
aansluitingen te wijzigen.
6.1 Ingangen
Sluit de signaalbronnen (bv. mengpaneel, voorver-
sterker) aan op de uitgangsjacks (26 + 27). De in-
gangen zijn gebalanceerd, maar kunnen ook onge-
balanceerd aangesloten worden. De stekkers voor
de ingangsjacks moeten volgens de figuur aange-
sloten zijn:
gebalanceerd
ongebalanceerd
1 massa
1 massa
2 positieve pool
2 signaal
3 negatieve pool
3 massa
Om de stereokanalen niet door elkaar te mengen, is
het aan te raden steeds kanaal A te gebruiken als
linker kanaal en kanaal B als rechter kanaal.
6.2 Uitgangen
Sluit de eindversterkers van de kanalen LOW, MID
en HIGH (telkens voor het rechter kanaal) aan op de
jacks (22) en de betreffende eindversterkers voor
het linker kanaal op de jacks (24). Bij 2-weg-werking
mogen enkel de uitgangen LOW en HIGH gebruikt
worden. Sluit de versterker voor de subwoofer aan
op de jack (20).
Alle uitgangen zijn gebalanceerd, maar kunnen
ook ongebalanceerd aangesloten worden. De stek-
kers voor de uitgangsjacks moeten volgens de
figuur aangesloten zijn.
gebalanceerd
ongebalanceerd
1 massa
1 massa
2 positieve pool
2 signaal
3 negatieve pool
3 niet aangesloten
6.3 Netstroomaansluiting
Verbind ten slotte het meegeleverde netsnoer met
de aansluiting (17), en plug de netstekker van de
kabel in een stopcontact (230 V~/50 Hz). Schakel
het scheidingsfilter evenwel nog niet in. Eerst moet
de basisinstelling uitgevoerd worden, zie hoofdstuk
7.1 “Basisinstelling”.
7
Het scheidingsfilter instellen
7.1 Basisinstelling
Alvorens een eerste keer in te schakelen, moet een
basisinstelling uitgevoerd worden:
1) Plaats beide niveauregelaars GAIN (8) voor de
ingangen in de minimumstand (-10 dB).
2) Plaats de zes niveauregelaars (12) van de uit-
gangen LOW, MID en HIGH evenals de niveau-
regelaar voor de subwoofer-uitgang in de mini-
mumstand (-20 dB).
2
1
3
2
1
3
1
2
3
1
2
3
3
Posibilidades de utilización
El filtro activo MCX-321/SW permite de efectuar
cadenas estéreo en funcionamiento 2 vías o 3 vías
con o sin subwoofer. Este filtro está especialmente
adaptado para una utilización de directo, en disco-
teca y en sonorización profesional. Los múltiples
ajustes de este aparato permiten una diversidad de
utilizaciones importantes.
El parte de las frecuencias está efectuado con
los filtros “Active State Variable Filters” que implican
filtros de transiciones perfectos. El conjunto de las
entradas y de las salidas es simétrico, tomas XLR;
es posible de conectarlas en asimétrico.
4
Instalación
Este filtro tiene un tamaño para una instalación rack
(482 mm/19") pero puede colocarse sobre una
mesa, si necesario. Para un montaje rack, 1 unidad
(= 44,5 mm) es necesaria.
5
Ajustes en modo funcionamiento
1) Seleccionar la frecuencia de corte del subwoofer
con la tecla (21) — ver características técnicas
del subwoofer:
tecla no apretada:
80 Hz
tecla apretada:
120 Hz
2) Ajustar el modo de funcionamiento (fig. 4) con las
teclas (23 + 25):
teclas no apretadas:
funcionamiento en
modo 3 vías
teclas apretadas:
funcionamiento en
modo 2 vías.
En modo 2 vías, sólo los canales LOW y HIGH
están activados. Los diodos amarillos (4) arriba
de los ajustes MID LEVEL no están encendidos.
3) En modo 2 vías, la frecuencia de corte para los
canales LOW y HIGH está ajustado en la fábrica,
de tal manera que se puede ajustar entre 70 Hz y
1 kHz con los ajustes (9). Sólos los diodos ama-
rillos (2) arriba de los ajustes (9) se encienden.
Si necesario, se puede ajustar la frecuencia
de corte de manera que la selección se sitúa
dentro un rango de 910 Hz a 8 kHz con los ajus-
tes (10). Esta modificación sólo puede efectuar
un técnico autorizado. Para eso, desconectar el
filtro de la red, abrir el aparato. Como descrito en
el esquema 3 o como imprimido en el filtro, se
tiene que invertir los contactos a puente J 1– J 6
en modo 2. Una vez acabado, sólo los diodos
amarillos (2) arriba de los ajustes (10) se encien-
den en modo 2 vías.
6
Conexión del aparato
Antes la conexión o antes toda modificación de las
conexiones, apagar el filtro y todos los aparatos
audio.
6.1 Entradas
Conectar la fuente (p. ej. mesa de mezcla, pre-
amplificador) a las tomas de entradas (26 + 27); las
entradas están simétricas, pero se pueden conectar
en asimétrico. Conectar las tomas para los jacks de
entradas como indicado abajo:
simétrico
asimétrico
1 masa
1 masa
2 plus
2 señal
3 negativo
3 masa
Para no mezclar los canales estéreo, se reco-
mienda de utilizar siempre el canal A para el canal
izquierdo y el canal B para el canal derecho.
6.2 Salidas
Conectar a las tomas (22) los amplificadores de los
canales LOW, MID y HIGH (cada vez para el canal
derecho) y a las tomas (24) los amplificadores
correspondientes para el canal izquierdo. En modo
2 vías, solamente se utiliza las salidas LOW y HIGH.
Conectar el amplificador del subwoofer a la toma
(20).
Todas las salidas están simétricas, se puede
también conectar en modo asimétrico. Conectar las
tomas a las salidas como indicado abajo:
simétrico
asimétrico
1 masa
1 masa
2 plus
2 señal
3 negativo
3 libre
6.3 Conexión a la red
Finalmente conectar el cable de red entregado con
la conexión (17) y a la red (230 V~/50 Hz). No
encender todavía el aparato, antes se tiene que
efectuar los ajustes de base, ver capítulo 7.1
“Ajustes de base”.
7
Ajustes de base del filtro
7.1 Ajustes de base
Antes de encender el filtro por su primera utilización,
proceder de la manera siguiente:
1) Poner los ajustes de los niveles GAIN (8) de las
entradas al mínimo (-10 dB).
2) Poner los 6 ajustes de los niveles (12) de las sali-
das LOW, MID y HIGH y también el ajuste del
nivel (14) de la salida subwoofer al mínimo
(-20 dB).
3) Las 6 teclas MUTE (3) de los canales LOW, MID
y HIGH y la tecla MUTE (5) del canal del sub-
woofer no tienen que estar apretadas.
4) Las 6 teclas PHASE (11) de los canales LOW,
MID y HIGH, la tecla PHASE (13) del canal del
subwoofer no tienen que estar apretadas: es
decir, la fase de los canales no está modificada.
2
1
3
2
1
3
1
2
3
1
2
3
11
E
NL
B