4 Werking
1) Schakel alle toestellen uit alvorens ze met de LTR-100 te
verbinden.
2) Verbind de signaalbron (instrument, microfoon, computer,
enz.) via de 6,3 mm-jacks (1) of de XLR-jack (8) met de
ingang IN. Wanneer beide jacks met een toestel verbon-
den zijn, wordt de XLR-jack uitgeschakeld. De aansluiting
tussen de signaalbron en matchbox moet zo kort mogelijk
zijn om interferenties te reduceren.
3) Verbind één van de volgende toestellen (bijv. versterker,
mixer, effecteenheid, enz.) via de 6,3 mm-jack (5) of de
XLR-jack (6) met de OUT-uitgang. Wanneer beide jacks
met een toestel verbonden zijn, dan wordt de XLR-jack uit-
geschakeld.
4) Schakel alle aangesloten toestellen in. Bedien vervolgens
de schakelaars (2 – 4) van de matchbox bij een verminderd
volume.
5) Is er brom hoorbaar, druk dan de GND- (4) en / of de
RATIO-schakelaar (2) in om de brom te onderdrukken
resp. te reduceren. De RATIO-schakelaar (2) moet altijd
ingedrukt zijn bij gebruik van lange lijnen (langer dan 2 m).
Hierdoor is de lijn aan de uitgang (5 of 6) minder gevoelig
voor interferenties.
6) Mocht er een faseverdraaiing ontstaan tijdens de trans-
missie van het complete signaal dan kan dit gecompen-
seerd worden door de PHASE-schakelaar (3) in te druk-
ken. Soms is het mogelijk de juiste instelling te vinden door
te luisteren naar de lage tonen.
NL
B
22