Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Verminderd vermogen
De bougiekabel is niet aangesloten.
Sluit de kabel aan op de bougie.
Het product ruimt te veel sneeuw.
Verlaag de snelheid en de breedte
van het zwad.
De dop van de brandstoftank is bedekt met
ijs of sneeuw.
Verwijder ijs en sneeuw op en
rond de brandstoftankdop.
De demper is vuil of verstopt.
Reinig of vervang de demper.
Incorrecte kabellengte.
Pas de kabellengte aan.
De demper is geblokkeerd.
Zorg ervoor dat de motor afkoelt.
Verwijder de blokkade.
De luchtinlaat van de carburateur is geblok-
keerd.
Zorg ervoor dat de motor afkoelt.
Verwijder de blokkade.
De motor stopt of loopt
stroef
De choke is staat op AAN (FULL, OPEN).
Zet de choke op UIT (DICHT).
De brandstofleiding is verstopt.
Maak de brandstoftank schoon.
Er zit water in de brandstof of de brandstof is
te oud.
Leeg de brandstoftank en de car-
burateur. Vul de brandstoftank met
nieuwe, schone benzine.
De carburateur moet worden vervangen.
Neem contact op met een erkend
servicepunt.
De riem is uitgerekt.
Vervang de V-riem van de vijzel.
Overmatige trilling / be-
weging van de hand-
greep
Sommige onderdelen zitten los. De vijzels
zijn beschadigd.
Zet alle afsluitingen vast. Vervang
de beschadigde onderdelen.
Neem contact op met een erkend
servicepunt. als de trillingen niet
verdwijnen.
De handgrepen zijn niet goed geplaatst.
Zorg ervoor dat de handgrepen in
de juiste stand zijn vergrendeld.
De moeren van de afstelhendels zitten los.
Haal de moeren aan tot de hendel
veilig aanvoelt.
De starthendel van het
startkoord is moeilijk aan
te trekken
De starthendel van het startkoord is vastge-
lopen.
Trek langzaam zoveel mogelijk
koord uit de starter en laat de
startkoordhendel vervolgens los.
Indien de motor niet start, herhaalt
u de procedure of gebruikt u de
elektrische startmotor.
Het startkoord komt tussen andere onderde-
len.
Het startkoord mag geen kabels of
slangen raken.
148
1481 - 004 - 14.04.2021