VDP250SC6M
VELLEMAN
9
a) Muziekgestuurd
Het toestel reageert op de muziek dankzij de ingebouwde microfoon.
b) Master/Slave
U kunt verscheidene toestellen aan elkaar koppelen en de bewegingen op elkaar laten afstemmen. Het master
toestel bestuurt de andere.
Het master toestel bestuurt alle slave toestellen. Koppel de toestellen aan elkaar met de meegeleverde DMX kabel.
In deze configuratie zal de ingebouwde microfoon (wanneer het toestel in muziekgestuurde instelling staat) of het
autoprogramma van het master toestel alle andere toestellen besturen. Bovendien worden alle kleuren ritmisch en
synchroon op elkaar afgestemd.
c) Programma
Het interne programma van het toestel loopt onophoudelijk.
d) DMX-sturing
Geef elk toestel een DMX startadres wanneer u een DMX-signaal gebruikt. Zo antwoordt het correcte toestel aan het
correcte DMX-signaal. Dit digitale startadres is het nummer van het kanaal van waaruit het toestel begint te
“luisteren” naar de digitaal gestuurde informatie gezonden vanuit het DMX controletoestel. Voer het correcte nummer
in door middel van de DIP-knop aan de achterzijde van de
VDP250SC6M
om dit startadres toe te kennen.
U kunt, wanneer u dit wenst, dit startadres aan alle of een groep toestellen toekennen of een verschillend startadres
aan elk toestel toekennen.
Wanneer u één adres invoert, dan zullen alle toestellen naar hetzelfde signaal van hetzelfde kanaalnummer
beginnen “luisteren”. Met andere woorden, wanneer u de instellingen van één kanaal verandert, dan zullen alle
toestellen simultaan reageren.
Wanneer u een verschillend adres invoert, dan zal elk toestel naar een specifiek kanaalnummer “luisteren”,
afhankelijk van het aantal besturingskanalen van het toestel. Met andere woorden, wanneer u een instelling
verandert, dan zal enkel het overeenkomstig toestel reageren.
Voor de
VDP250SC6M
, een 6-kanaals toestel, voer het startadres van het eerste toestel in als 1, het tweede toestel
als 7 (1 + 6), het derde toestel als 13 (7 + 6), enz.
Zorg dat u in de DMX configuratie zit. Kies het correcte startadres door middel van de UP en DOWN knoppen.
De LED naast de DIP knoppen geeft de status van het DMX-signaal aan.
LED knippert: DMX-signaal
LED brandt: geen DMX-signaal
e) De kanalen configureren
KANAAL 1: Pan
KANAAL 2: Tilt
KANAAL 3: Kleurwiel
KANAAL 4: Gobowiel
KANAAL 5: Draaiende gobo
KANAAL 6: Stroboscoop