HQ Power EXCALIBOR I, Руководство пользователя

Страница: 11 / 28

VDPL3601MHW12 HQPOWER 11
c. DMX512-aansluiting
Sluit de meegeleverde XLR-kabel aan de vrouwelijke 3-pin XLR-uitgang van de controller en de andere kant van de
mannelijke 3-pin XLR-ingang van de VDPL3601MHW12 . U kunt verscheidene VDPL3601MHW12 ’s aan elkaar
koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik daarvoor een 2-aderige afgeschermde kabel met XLR
ingang- en uitgangaansluitingen.
Pinverdeling: pin 1: aarding – pin 2: data+ – pin 3: data-
d. DMX512-keten met terminator
Een DMX terminator is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een
omgeving met veel elektrische ruis (bvb. een discotheek). De terminator voorkomt
corruptie van het digitale controlesignaal door elektrische ruis. De DMX terminator is niets
meer dan een XLR-stekker met een weerstand van 120
Ω
van pin 2 naar 3. Deze XLR-
stekker wordt dan aangesloten op de XLR uitgang van het laatste toestel in de reeks. Zie
de illustraties links.
e. Startadres van de projector
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de signalen.
Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel “luistert” naar het signaal van de DMX controller.
Geef het correcte nummer in en lees het af op de display onderaan uw VDPL3601MHW12 .
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen “luisteren” naar hetzelfde kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
In 12-kanaals modus zult u het startadres van het eerste toestel op 1 moeten instellen, van het tweede toestel op 13
(1 + 12), van het derde op 25 (13 + 12) enz.
In 4-kanaals modus zult u het startadres van het eerste toestel op 1 moeten instellen, van het tweede toestel op 5 (1
+ 4), van het derde op 9 (5 + 5) enz.
6. Gebruik
Schakel het toestel in en uit met de voedingsplug. Gebruik het toestel niet continu.
MODUS 1: is de standaardmodus. Ontvangst van het DMX512-signaal en instelling van het gewenste adres
met behulp van UP/DOWN.
Selecteer een kanaal tussen 1 en 512.
MODUS 2: Druk op MODE/ESC tot op het scherm verschijnt en selecteer de gewenste functie met
UP/DOWN. is de master auto-modus, is de controllermodus en is de slave-modus. Druk
op ENTER om de functie te bevestigen; wijzigt in , wijzigt in en wijzigt in
.
MODUS 3: Druk op MODE/ESC tot op het scherm verschijnt en selecteer de gewenste functie met
UP/DOWN. is de panregeling en is de omgekeerde panregeling. Druk op ENTER om de
functie te bevestigen. De display geeft de eerder geselecteerde ‘DMX’ of ‘MASTER/SLAVE’-modus weer.
master => master auto
master => controller
slave => slave