56 NL
2.3. AANPASSEN AAN VERSCHILLENDE
GASSOORTEN
Om de kookplaat aan een andere gassoort aan te passen, dient u de
volgende handelingen uit te voeren.
— verwijder pannendrager en branders
— gebruik de bijgeleverde pijpsleutel (7mm) om via de opening (fig. 7)
van de branders bij de branderbasis te komen
— draai de inspuiter los en vervang deze door het passende type (zie
tabel gasverbruik)
. Schroef de inspuiter goed vast
— Stel de brander af.
. Zet de pannendrages en branders terug op hun plaats.
2.4. AFSTELLEN VAN DE BRANDERS
Na het aansteken van de brander, draait u de bedieningsknop op de
laagste stand en verwijder de bedieningsknop, die gemakkelijk kan
worden verwijderd met lichte druk.
Met een kleine 'terminal' type
schroevendraaier, kan het
waakvlamschroefje worden aangepast (figuur 9). Door deze schroef
in wijzerzin te draaien, vermindert het debiet van de vlam, door het
draaien in tegenwijzerzin, verhoogt het debiet. Gebruik deze instelling
om een vlam te verkrijgen van ongeveer 3 tot 4 mm lang, en vervang
de bedieningsknop. Wanneer het beschikbare gas butaan of propaan
is (flessen gas), moet het waakvlamschroefje in wijzerzin worden
gedraaid tot op het einde.
Zodra u klaar bent met de aanpassing van de vlam van de gasbrander,
vervangt u het oude typeplaatje door het nieuwe type geïnstalleerd
gas (meegeleverd met fornuis).
3.
GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
Dit apparaat is ontwikkeld en geproduceerd voor koken bij
huishoudelijk gebruik. Elke andere vorm van gebruik is onjuist en
derhalve gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele
schade veroorzaakt door onjuist, onredelijk en onverantwoord
gebruik.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten op veilige afstand worden
gehouden, tenzij continu bewaakt. Dit apparaat is niet bedoeld voor
gebruik door personen (inclusief kinderen) met een lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke handicap of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij ze zijn opgeleid en begeleid in het gebruik van het
apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Bij het koken met vet of olie, loop niet weg van de kookplaat.
Oververhitte vetten of oliën kunnen snel ontbranden. Probeer nooit
een brand met water te blussen, maar schakel eerst het toestel uit en
bedek de vlam met een deksel of een branddeken. Tijdens de werking
van de kookplaat, kunnen bereikbare delen zeer heet worden, dus het
is aan te raden om jonge kinderen te verwijderen. Kinderen moeten
onder toezicht worden gehouden zodat ze niet met het apparaat gaan
spelen.
3.1.
GEBRUIK VAN DE GASBRANDERS
Om de brander aan te steken, houdt u eerst een vlam bij de brander
en drukt u de knop naar beneden en draait u de knop tegen de wijzers
van de klok in tot maximum.
Als u de branders lange tijd niet gebruikt heeft, kan het zijn dat er
een beetje lucht in de gasbuizen zit.
Houdt er rekening mee dat de ontsteking dan iets langer kan duren.
Voor apparaten met een elektronische onsteking geldt het
volgende:
Druk en draai de knop tegen de klok in naar het * symbool.
Ontsteek de brander door het indrukken van een ontstekingsknop.
Bij een kookplaat met een automatische ontsteking hoeft u slechts
de knop in te drukken en vervolgens naar het * symbool te draaien.
De vonkontsteking werkt continu zolang de knop wordt ingedrukt.
Wanneer de vlam niet binnen 5 seconden is ontstoken draai de
knop terug naar nul en herhaal de procedure.
Voor modellen uitgevoerd met een veiligheidsventiel, welke de
gastoevoer afsluit wanneer de vlam gedoofd is, worden de
branders op dezelfde manier ontstoken. Het is belangrijk om de
knop 5 à 6 seconden ingedrukt te houden nadat de vlam ontstoken
is.
In het geval dat u kleinere pannen wilt gebruiken, dient u zich er van te
verzekeren dat u de vlam zo instelt dat deze net de onderzijde van de
pan raakt. Het gebruik van holle of bolle pannen wordt ernstig
afgeraden.
WAARSCHUWING: in het geval dat de vlam een keer te groot
wordt, draai dan de knop dicht en wacht minstens 1 minuut
alvorens u de gaspit weer ontsteekt.
Als na verloop van tijd de gaskranen moeilijk vast te draaien zijn, is het
noodzakelijk deze te smeren.
Dit kan enkel worden uitgevoerd
door een erkende technicus
.
Daarna zal de vlam blijven branden.
LET OP: Voordat de kookplaat wordt gebruikt dient u er zeker van
te zijn dat de branders en branderdeksels op een correcte wijze zijn
geplaatst.
Voor optimaal gebruik van de branders raden wij u aan pannen
te gebruiken die bij de branders passen.
Om de branders optimaal te benutten, raden wij u aan pannen te
gebruiken waarvan de diameter niet kleiner is dan hieronder
aangeduid:
Aux
Half snel
Snel
AUX
SR
R
4 kronen
QC
Ø pannen
(cm)
12 - 18
18 - 24
24 - 26
24 - 28
24 - 28
Vermo-
gen (kW)
1,00
1,75
2,50
3,50
4,00
G20/20 mbar
(methane)
95 l/h
167 l/h
238 l/h
333 l/h
381 l/h
G30/28-30 mbar
(LPG)
73 g/h
127 g/h
182 g/h
255 g/h
291 g/h
Brander Type
UR
Brander Zeer Snel
Table A
4.
ONDERHOUD EN REINIGEN
Voordat u gaat demonteren of schoonmaken dient u de
stroomvoorziening af te sluiten door de stekker uit het stopcontact te
halen of de stroomtoevoer via de zekering af te sluiten. Zorg ervoor
dat het apparaat volledig is afgekoeld.
Reinig de geëmailleerde, verchroomde en geverfde delen met
handwarm water en met een niet agressieve allesreiniger.
Gebruik voor de roestvrijstalen delen een rvs reiniger die gewoon in
de winkel verkrijgbaar is.
Aluminium kunt u het beste reinigen door eerst met een met olie
doordrenkte doek te poetsen en dit vervolgens met een
alcoholhoudend middel af te nemen.
Gebruik tijdens het schoonmaken nooit: schuurmiddelen, bijtende
schoonmaakmiddelen, bleekmiddel of zuren.
Voorkom dat er op de geëmaillerde, roestvrijstalen of geverfde delen
zuren blijven liggen (azijn, citroensap etc.)
De brandervoet kunt u reinigen met water en allesreinger. Als u de
oorspronkelijke glans terug wilt krijgen, kunt u een speciaal
schoonmaakmiddel voor aluminiumlegeringen gebruiken.
De branderdeksel, gemaakt van staal met emaille, kunt u reinigen in
warm water met reinigingsmiddel. U dient alle aangekoekte deeltjes
te verwijderen die onregelmatigheid in de vlam kunnen veroorzaken.
Na het reinigen moeten brandervoet en branderdeksel goed worden
gedroogd. Let hierbij op de de buisjes in de brandervoet. Zet daarna
de branders zorgvuldig op hun plaats.
LET OP: Zorg er voor dat na het schoonmaken de branders op de
juiste plaats zitten en dat het branderdeksel goed op de
brandervoet zit. Dit om een slecht vlambeeld en schade aan de
brandervoet te voorkomen.
Het wordt aanbevolen om alles wat kan smelten zoals plastiek, suiker
of producten met een hoog suikergehalte weg te houden van de
kookplaat.
- Neem een paar druppels van een specifiek reinigingsmiddel voor
glazen oppervlakken
- Wrijf met kracht op de vervuilde onderdelen, indien mogelijk , met
een zachte doek of een licht vochtige papieren doek
-Droog met een zachte doek of keukenpapier totdat het oppervlak
schoon is. Indien erna nog steeds vlekken blijven :
- neem opnieuw een doek met een paar druppels glasreiniger
- verwijder de vlekken met een schraper in een hoek van 30 ° tot er
geen hardnekkige vlekken meer zijn
- Veeg met een zachte doek of keukenpapier droog totdat het
oppervlak schoon is
- Herhaal indien nodig