NEDERLANDS
6.3 DE BINNENUNIT INSTALLEREN
?
O P M E R K I N G
Voer deze procedure uit in exact dezelfde volgorde als hieronder
beschreven.
Installatieprocedure
1
De leidingen van de verwarming aansluiten
2
De afvoerleidingen aansluiten
3
De tapwaterleidingen aansluiten
4
De koudemiddelleidingen aansluiten
5
De netvoeding en transmissiekabels aansluiten
6
Waterpas maken
7
Controleren
6.3.1 De leidingen van de verwarming aansluiten
De unit is fabrieksmatig uitgerust met twee afsluitkleppen voor
aansluiting op de waterinlaat- en wateruitlaatleidingen. Dank-
zij deze afsluitkleppen kan de binnenunit gemakkelijk worden
aangesloten op het verwarmingssysteem m.b.v. flexibele verbin
-
dingsstukken onder de kleppen (2-3 HP: G 1”; 4-6 HP: G 1-1/4”).
Vervolgens kan het verwarmingssysteem worden geïnstalleerd.
Afsluitkleppen
Pakkingen
6.3.2 De tapwaterleidingen aansluiten
Bij het aansluiten van de warmwaterketel en de
tapwateraansluitingen van de binnenunit dient u rekening te
houden met het volgende
1
Installeer een druk- en temperatuurafblaasklep aan de inlaat
van de warmwaterketel (zo dicht mogelijk bij de ketel) om de
volgende functies te garanderen.
• drukbeveiliging
• terugslagbeveiliging
• afsluitklep
• water bijvoegen
• drainage
Zo niet, dan moet een specifieke voorziening voor elk van deze
functies worden geïnstalleerd.
2
Er moet ook een afsluitklep (niet-meegeleverd) worden
geïnstalleerd op de uitlaat van de warmwaterketel, om
gemakkelijker het onderhoudswerk uit te kunnen voeren.
?
O P M E R K I N G
Meer details vindt u in het hoofdstuk
“7.2.3 Het hydraulische circuit (voor
verwarming en warmwaterketel) controleren”
.
6.3.3
De afvoerleidingen aansluiten
Sluit de afvoerleiding van de veiligheidsklep (boven aan de
achterkant van de unit) aan op het algemene afvoersysteem, om
een correcte afvoer te garanderen. (Voorbeeld voor RWD-(2.0-
6.0)NWE-260S).
Veiligheidsklep
Afvoerleiding van
veiligheidsklep
Temperatuur- en drukafblaasklep
(alleen voor Verenigd Koninkrijk)
Afvoerleiding voor
veiligheidsklep
(alleen voor Verenigd
Koninkrijk)
?
O P M E R K I N G
• De veiligheidsklep wordt geactiveerd als de waterdruk 3 bar bereikt.
• Op alle lage punten van de installatie moeten aftapkranen worden
geïnstalleerd, om het circuit volledig te kunnen aftappen tijdens
onderhoud.
• De druk- en temperatuurafblaasklep wordt geactiveerd wanneer de
waterdruk 7 bar en/of de temperatuur 96ºC bereikt.
• De afvoerleiding moet gemaakt zijn van metaal of van een ander
materiaal dat bestand is tegen de hoge druk en temperatuur van de
afblaasklep.
• Voor een correcte installatie van de afvoerleiding op modellen voor het
Verenigd Koninkrijk, raadpleegt u de Britse Building Requirements.
6.3.4 De koudemiddelleidingen aansluiten
Sluit de koelmiddelleidingen aan overeenkomstig de instructies
op de met de unit meegeleverde cd-rom. De verbindingen van
de koelmiddelleidingen zijn moeren met getrompte flensen.
INSTALLATIE VAN DE UNIT
PMML0338B rev.1 - 03/2016
263