2
INSTALLATIE VAN DE UNITS
3
- Toegangspaneel voor onderhoud
Zorg voor een toegangsdeur of -paneel voor onderhoud
zoals onderstaand getoond.
(Ruimte rondom binnenunit)
(mm)
Afmetingen
Model
A
B
RPF(I)-1.0
1260
RPF(I)-1.5
1380
RPF(I)-2.0
RPF(I)-2.5
620
1634
-
Beoordeel de luchtverspreiding van de binnenunit door
de ruimte en kies een geschikte locatie zodat de ruimte
overal dezelfde temperatuur krijgt.
-
Controleer of de basis vlak, waterpas en sterk genoeg is.
-
Aanbevolen wordt bij verborgen vloerbinnenunits een
toegangspaneel voor onderhoud aan te brengen. Het
toegangspaneel dient zodanig met een of meerdere
schroeven te worden bevestigd dat alleen
onderhoudsmonteurs toegang kunnen krijgen.
2.1.3. INSTALLATIE
1. Controleer de positie van de bevestiging van de unit,
zoals onderstaand getoond.
(mm)
Model
A
B
C
D
E
F
G
RPF-1.0
1045
754
732
RPF-1.5
1170
879
217
857
228
140
630
RPFI-1.0
863
754
732
RPFI-1.5
988
879
66
857
77
138
620
RPF-2.0
RPF-2.5
1420
1129
11
1107
228
140
630
RPFI-2.0
RPFI-2.5
1234
1129
11
1107
53
139
620
2. Stel de unit waterpas door de installatiebouten die zich
aan de unit bevinden af te stellen. Plaats voor een
goede afvoer de afvoerzijde lager dan
tegenoverliggende zijde.
3. Maak met niet-meegeleverde bevestigingsbouten de
onder- en achterplaat van de unit vast. Verwijder de
elektrische aansluitkast als u voor het installeren de
afstelbouten aanbrengt.
4.
Bij de RPF-unit dient u na verwijdering van het voorste
paneel en de zijpanelen, de bovenstaande werkzaamheden
uit te voeren.
5. Installeer het optionele uitlaatrooster van de RPFI-unit zoals
onderstaand getoond. Bij installatie in een relatief vochtige
omgeving kan condensatie optreden. Breng daarom
rondom het rooster een plaat aan die water kan
absorberen, zoals SUNKEN AQ van ASAHI Chemical Co.
Ô
WAARSCHUWING
:
Breng een toegangspaneel voor onderhoud aan die met
schroeven is bevestigd, zodat de ventilatiestarter niet
rechtstreeks kan worden aangeraakt (alleen bij het
RPFI-model).
LET OP:
Het optionele uitlaatrooster van de RPFI-unit kan niet
worden gebruikt in zeer vochtige omgevingen zoals
keukens, aangezien er dan condensatie op het
roosteroppervlak kan ontstaan.
Richtingverandering luchtuitlaat (RPFI)
Voor het veranderen van de richting van de luchtuitlaat bij de
RPFI van opwaarts naar voorzijde, dient u de volgende
procedure te volgen.
1. Verwijder de bevestigingsschroeven van de luchtuitlaatflens
en het voorste bovenpaneel. Verwijder vervolgens de flens
en het paneel.
2. Keer de zijde van de flens links en rechts om.
3. Plaats het paneel op de bovenkant van de unit terug en
breng de flens op de voorzijde van de unit aan.
4. Maak vervolgens de flens en het paneel weer vast.
Optionele locatie voor PC-P1HE (RPF)
Voor RPF units kan de PC-P1HE worden geïnstalleerd onder
een plastic dekplaat zoals in het volgend figuur staat
weergegeven.
RUN/STOP
TEMP
Unit
(binnenzijde)
Toegangspaneel
voor onderhoud
Toegangspaneel
voor onderhoud
B
A
Vloer
Zijpaneel
Bevestigingsbout
Bevestigingsbout
Afstelbout voor installatie
(accessoires)
Voorpaneel
Bevestigingsschroef
Luchtuitlaatflens
Waterabsorberende plaat
Bijv.: SUNFINE AQ van ASAHI
Chemical Co.
Polyurethaanschuim voor
thermische isolatie
(niet meegeleverd)
Luchtuitlaatleiding
(niet meegeleverd)
Verborgen vloerunit
Vloerbevestiging met houtschroeven
(2-M8) (bovenaanzicht)
Montage aan muur
(vooraanzicht)
Vloerbevestiging met
houtschroeven
(4-M5) (bovenaanzicht)
Bevestig de PC-P1HE / PC-P5H
met twee meegeleverde schroeven