Installatieplaats waar de unit is blootgesteld aan harde wind
Volg de onderstaande instructies
voor installatie op het dak of een
onbeschermde locatie waar het product
is blootgesteld aan sterke wind.
1
Kies een locatie waar de in- of
uitlaat van het product niet wordt
blootgesteld aan harde wind.
2
Wanneer de uitlaat is blootgesteld
aan harde wind:
Directe, harde wind kan de
luchtstroom verhinderen en
de normale werking nadelig
beïnvloeden.
!
L E T O P
Harde wind op de uitlaat van de
buitenunit kan de ventilator de andere
kant doen draaien en daarbij de rotor en
motor beschadigen.
8 KOELMIDDELLEIDINGEN & HOEVEELHEID KOELMIDDEL
8.1 LEIDINGMATERIAAL
1
Bereid de koperen leidingen (niet-meegeleverd) voor.
2
Kies de afmeting voor de leidingen met de juiste dikte en
van het juiste materiaal dat voldoende druk verdraagt.
3
Kies schone, koperen leidingen. Controleer of er geen stof
of vocht in zit. Blaas de binnenkant van de leidingen schoon
met zuurstofvrije stikstof om eventueel stof en ander vreemd
materiaal te verwijderen voordat u de leidingen op elkaar
aansluit.
?
O P M E R K I N G
• Een systeem zonder vocht of vervuiling door olie levert optimale
prestaties en een optimale levensduur vergeleken met een slecht
voorbereid systeem. Zorg er vooral goed voor dat alle koperen
leidingen van binnen schoon en droog zijn.
• Er bevindt zich geen koudemiddel in de cyclus van de binnenunit.
!
L E T O P
• Plaats een kapje op het uiteinde van de leiding wanneer u de leiding
via een gat moet plaatsen.
• Leg leidingen niet meteen op de vloer zonder dat u een kapje of wat
plakband over het eind van de leiding heeft aangebracht.
• Als u de leidingen niet binnen een dag kunt installeren maar daar
langer voor nodig hebt, soldeert u de uiteinden van de leiding dicht en
vult u de leiding met zuurstofvrije stikstof via een Schrader-klep om
te voorkomen dat de binnenkant van de leiding vochtig of vuil wordt.
• Gebruik geen isolatiemateriaal dat NH3 bevat, omdat dit het koper
van de leiding kan beschadigen waardoor dit later kan gaan lekken.
• Zorg ervoor dat de koelgasleiding en vloeistofleiding tussen de
binnen- en buitenunit volledig zijn geïsoleerd.
• Als deze leidingen niet zijn geïsoleerd, kan zich dauw vormen op het
leidingoppervlak.
8.2 LEIDINGEN AANSLUITEN VOOR BUITENUNIT
1
De leidingen kunnen aan vier kanten worden aangesloten.
Maak gaten in de leidingklep of de behuizing waar de
leidingen uit kunnen. Neem de leidingklep weg van de
unit en maak gaten door langs de lijn aan de achterkant
van de klep te snijden of door gaten te prikken met een
schroevendraaier. Verwijder de scherpe rand met een slijper
en breng isolatiemateriaal (niet-meegeleverd) aan om de
kabels en slangen te beschermen.
(afbeelding ter illustratie)
Nr.
Beschrijving
Leidingen aan de achterzijde
Leidingklep
Leidingen aan de rechterzijde
Leidingen aan de onderzijde (uitdrijfgat)
Leidingen aan de voorzijde
Leidingen
Afsluiter
Richting waarin de onderhoudsklep wordt verwijderd
!
L E T O P
Opmerkingen over het openen en sluiten van de onderhoudsklep:
• Verwijder de schroeven volgens de instructies in bovenstaande
afbeelding.
• Druk de klep langzaam omlaag.
KOELMIDDELLEIDINGEN & HOEVEELHEID KOELMIDDEL
PMML0397B rev.3 - 01/2020 - P5416650
128
NL