109
Bij het uitbouwen van de wiellagers niet in de openingen aan de zijkant van de
ommanteling
g
grijpen! Vóór elk gebruik draadstang 4930-1
a
invetten!
3.2 Steek het gereedschap, dat voor de inbouw van het wiellager samengesteld en gebruikt
werd, in de boring aan de binnenkant, en wel aan de tegenovergestelde kant van de
plaats, waar de wielnaaf vastgedraaid wordt.
De draadstang
a
met de gepositioneerde afstandsschijf
c
en de wielnaaf vanaf de tegen-
overgestelde kant, doorvoeren.
Draadstang
a
in spilmoer
b
draaien.
Wielnaaf centreren
Draai de wielnaaf met passend schroefgereedschap mb.v. 11 omwentelingen vast aan de
draadstang
a
-
minstens 22 mm.
c
.Opbouw.en.werking