
61
Detectie: de bundels van de beneden- en
bovendetectie zijn doorkruist.
Detectiebereik
Geen detectie: enkel de bundel van de
benedendetectie werd doorkruist.
Geen detectie: enkel de bundel van de
bovendetectie werd doorkruist.
De bundels van de bovendetectie moeten steeds parallel met de grond lopen. Aangezien de bundels (beneden en boven) gelÍktÍdig moeten
doorkruist worden om een alarm in te schakelen, wordt het detectorbereik bepaald door het bereik van de bundel van de benedendetectie.
Detectiebereik
7. Configuratie en instelling van de detectie
7.1 Detectiebereik
Het is belangrÍk het detectiebereik van de bundels rechts en links afzonderlÍk in te stellen in functie van de detectoromgeving.
Detectiebereik