Hach TitraLab AT1000 Series, Основное руководство пользователя

Страница: 201 / 448

12. Druk op Next (Volgende ) voor deze opties:
Optie Beschrijving
Replicate Sample
(Monster repliceren) Gebruik deze optie om dezelfde titratie op hetzelfde monster uit te voeren. Dit wordt
gebruikt om de herhaalbaarheid te bestuderen door achtereenvolgens verschillende
delen van hetzelfde monster te onderzoeken. Na afloop van elke meting worden de
gemiddelde waarde, de standaardafwijking en de relatieve standaardafwijking
weergegeven.
New Sample (Nieuw
monster) Gebruik deze optie om dezelfde titratie op een nieuw monster uit te voeren. Er
worden geen metingen m.b.t. de standaardafwijking of relatieve standaardafwijking
uitgevoerd.
13. Druk op Exit (Afsluiten) om terug te keren naar het startscherm.
Spuitverificatie
Gebruik de spuitverificatieoptie om de nauwkeurigheid van de spuit te onderzoeken op basis van de
ISO 8655-norm.
Opmerking: Er is een licentiesleutel nodig om de optie voor spuitverificatie op het instrument in te schakelen.
Neem contact op met de fabrikant of een verkoopvertegenwoordiger voor een licentiesleutel.
1. Selecteer Settings (Instellingen) in het startscherm en druk vervolgens op Select (Selecteren).
2. Selecteer Options (Opties) in het instellingenscherm en druk vervolgens Select (Selecteren).
3. Druk op de linker- of rechterpijltoets om de expertmodus te selecteren en druk vervolgens op
Done (Gereed).
4. Selecteer Maintenance (Onderhoud) in het startscherm en druk vervolgens op Select
(Selecteren).
5. Selecteer Syringe verification (Spuitverificatie) in het onderhoudsscherm en druk vervolgens op
Select (Selecteren).
6. Voer de licentiesleutel in als de optie voor de eerste keer is geselecteerd.
7. Volg de procedure die bij de spuitverificatiekit is geleverd. Raadpleeg voor meer informatie de
uitgebreide versie van deze handleiding.
Loggegevens beheren
Om gegevens te selecteren die u wilt bekijken, verwijderen of exporteren, kunt u gegevensfilters
opgeven
1. Vanuit het startscherm, kies Data log (Loggegevens).
2. Selecteer een optie en druk vervolgens op Select (Selecteer).
Optie Beschrijving
View data log (Datalog
weergeven) Hiermee kunt u de meetgegevens weergeven. Selecteer afzonderlijke lijnen van
gegevens om meer inhoud te bekijken.
Export data log (Datalog
exporteren) Exporteert meetgegevens van het systeem naar een extern apparaat. Toont een
voorbeeldweergave van de gegevensselectie voordat het wordt geëxporteerd.
Zorg ervoor dat er een extern apparaat is aangesloten op het instrument
(bijvoorbeeld een USB-stick, externe harde schijf, etc.).
Delete data log (Datalog
wissen) Hiermee kunt u de meetgegevens uit het systeem verwijderen. Toont een
voorbeeldweergave van de gegevensselectie voordat het wordt verwijderd.
3. Geef de parameters voor gegevensselectie op. Druk op de linker en rechter pijltoets om te
selecteren. Druk op de omhoog en omlaag pijltoets om een optie te selecteren.
Optie Beschrijving
Result type (Resultaattype) Hiermee kunt u de beschikbare resultaten instellen.
Nederlands 201