62
NL
bedieningshandleiding en
maakt u zich met alle aspec-
ten van de bediening goed
vertrouwd. Bewaar deze
handleiding goed, opdat de
informatie te allen tijde te
uwer beschikking staat.
Werken met het apparaat:
Opgepast! Het apparaat kan
ernstige verwondingen ver-
oorzaken. Zo vermijdt u onge-
vallen en verwondingen:
Voorbereiding:
• Laat nooit kinderen of andere
personen, die de bedienings-
handleiding niet kennen, het
apparaat niet gebruiken. Lo-
kale bepalingen kunnen de
minimumleeftijd van de bedie-
ningspersoon vastleggen.
• Dit toestel mag worden ge-
bruikt door personen met fy-
sieke, zintuiglijke of psychische
beperkingen of met een gebrek
aan ervaring of kennis, mits zij
daarbij onder toezicht staan of
geïnstrueerd zijn in het veilige
gebruik van het apparaat en
de gevaren begrijpen die van
het apparaat uit kunnen gaan.
Kinderen mogen niet met het
toestel spelen.
• Personen met een motorische
handicap mogen het apparaat
enkel onder toezicht gebruiken.
• Maak nooit gebruik van het
apparaat terwijl er personen,
in het bijzonder kinderen, en
huisdieren in de buurt zijn.
• Controleer het terrein, waar het
apparaat gebruikt wordt, en
verwijder stenen, stokken, dra-
den of andere vreemde voor-
werpen, die vastgegrepen en
weggeslingerd kunnen worden.
Gebruik het apparaat niet om
oneffenheden van de grond
vlak te maken.
• Draag steeds gepaste werk-
kledij, zoals vast schoeisel
met een slijpvrije zool, een
robuuste, lange broek, oorbe-
scherming en een bescherm-
bril. Gebruik het apparaat niet
als u blootsvoets stapt of open
sandalen draagt.
• Werk niet met een beschadigd,
onvolledig of zonder de toe
-
stemming van de fabrikant om-
gebouwd apparaat. Werk niet
met beschadigde of ontbreken-
de beschermingsinrichtingen
(bijvoorbeeld starthefboom,
ontgrendelknop, bescher-
mingsinrichting tegen stoten).
• Stel nooit beschermingsinrich-
tingen buiten werking (bijvoor-
beeld door de starthefboom
vast te binden).
• Op kinderen moet er toezicht
uitgeoefend worden om te vrij-
waren dat ze niet met het ap-
paraat spelen.
• Vergewis u vóór de start van
uw apparaat dat er geen voor-
werp of tak in de mesopening
binnengeschoven is, dat het
apparaat stabiel staat en dat
het werkterrein opgeruimd en
niet geblokkeerd is.
Controleer de toestand van uw
verlengsnoer en ook net net-
snoer van uw apparaat. Maak
gebruik van de noodzakelijke
beschermingsinrichtingen.