NL
32
Vóór het eerste gebruik
1. Pak de leveringsomvang uit en controleer of de deze volledig is (zie hoofdstuk ‘Le-
veringsomvang’) en geen transportschade heeft opgelopen. Bij schade het apparaat
niet gebruiken (!) maar contact opnemen met de klantenservice.
2. Eventuele folie, stickers of transportbeveiliging van het apparaat verwijderen.
Verwij-
der nooit het typeplaatje en eventuele waarschuwingen!
3. De eerste inbedrijfstelling van het apparaat moet plaatsvinden zonder levensmid-
delen, omdat eventuele coatingresten een geur- en rookontwikkeling zouden kunnen
veroorzaken. Laat het apparaat eenmaal gedurende enkele minuten zonder inhoud
in de hoogste temperatuurstand opwarmen. Daartoe de aanwijzingen in de hoofd-
stukken “Apparaat plaatsen” en “Gebruik” opvolgen.
4. De platen grondig reinigen. Volg hiertoe de aanwijzingen op uit het hoofdstuk ‘Reini-
gen en opbergen’.
Apparaat plaatsen
OPGELET!
■
Het apparaat mag alleen in gebruik worden genomen als het rechtop staat.
■
Plaats het apparaat niet onder keukenkastjes e.d. Door de opstijgende stoom zouden
deze beschadigd kunnen raken!
Plaats het apparaat met een vrije ruimte naar alle kanten (minimaal 20 cm) en naar
boven (minimaal 30 cm) toe op een vlakke, stevige, warmtebestendige ondergrond.
Gebruik
OPGELET!
■
Voedingsmiddelen niet in vershoudfolie of in plastic zakjes verpakt in of op het
apparaat leggen.
■
Geen aluminiumfolie gebruiken. Dit kan leiden tot oververhitting van het apparaat!
1.
Voorverwarmen:
Het netsnoer volledig afwikkelen en de netstekker in een goed
toegankelijke contactdoos steken, die volgens de voorschriften is geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat het netsnoer niet is ingeklemd tussen de platen. Zowel het
indicatielampje (
2
) als het verwarmingslampje (
3
) branden. Houd het apparaat
gesloten tijdens het voorverwarmen. Wanneer de verwarmingslampje uit gaat, wordt
de bedrijfstemperatuur bereikt.
2. De vergrendelingsclip (
7
) openen en het apparaat openklappen.
3. De etenswaren die moeten worden bereid op de onderste plaat leggen.
4. Het apparaat dichtklappen. Houd het apparaat gedurende enkele minuten gesloten.
Het verwarmingslampje gaat in regelmatige intervallen uit en weer branden. Dit is
geen storing. Voor het aanhouden van een constante temperatuur verwarmt het ap-
paraat resp. onderbreekt het apparaat het opwarmproces regel matig. Wanneer het
verwarmingscontrolelampje brandt, bevindt zich het apparaat in een opwarmfase,
gaat het uit, werd de warmtetoevoer kortstondig onderbroken.