
Caramatic SwitchTwo
44
artikelnr. 02 489 89
Vereenvoudigde dichtheidscontrole
Bij iedere vervanging van de gasfles en na een langdurige periode van stilstand de
gasflesinstallatie op dichtheid controleren.
1. Gasflesventiel aan de bedrijfskant sluiten.
2. Gasflesventiel aan de reservekant openen.
3. Visuele weergave type AUV verandert van
GROEN
in
ROOD
= reserve.
4. Geopend gasflesventiel aan de reservekant sluiten.
Visuele weergave type AUV mag binnen 15 minuten niet veranderen; zo
niet is de gasflesinstallatie ondicht.
De vereenvoudigde dichtheidscontrole is geen vervanging voor de drukcontrole en controle
op dichtheid van de installatie met vloeibaar gas door deskundigen.
INBEDRIJFSTELLING
Het product kan meteen in MONTAGE en DICHTHEIDSCONTROLE direct in gebruik worden
genomen.
Beschadiging van de product door bewegen van de gasfles!
Meegevoerde deeltjes in de vloeibare fase kunnen tot een verhoogde drukstijging in de
installatie met vloeibaar gas en tot sluiten van de slangbreukbeveiliging SBS leiden.
Tijdens het gebruik de gasfles niet bewegen!
Bij een te grote of permanente uitname van vloeibaar gas uit de gasfles(sen) aan de
bedrijfskant zakt de temperatuur van het gas en daardoor de gasflesdruk onder de vereiste
ingangsdruk van de drukregelaar. Aanvullend wordt nu vloeibaar gas uit de gasfles(sen) aan
de reservekant uitgenomen.
De juiste werking van de installatie met vloeibaar gas is niet meer gegarandeerd.
De gasflessen aan de bedrijfs- en reservekant kunnen tezelfdertijd, maar ook verschillend
geledigd worden.
BEDIENING
Vervanging van de gasfles tijdens het bedrijf
1. Omschakelinrichting met
GROEN
op gasfles van de reservekant zetten.
2. Gasflesventiel van de lege gasfles sluiten.
3. Aansluiting aan de gasfles losmaken.
4. Lege gasfles vervangen door volle gasfles en aansluiten.
De gasterugstroombeveiliging voorkomt het ontsnappen van de gasstroom
aan de vrije aansluiting tijdens de vervanging van de gasfles.
5. Gasflesventiel openen.
6. Dichtheidscontrole uitvoeren.
7. Volle gasfles staat als reserve ter beschikking.