Especificação
Valor
Intervalo de temperatura do transmissor
e do suporte do dispositivo de
navegação
-20 °C a 70 °C (-4 °F a 185
°F)
Tipo de transmissão sem fios
Banda ISM de 2,4 GHz
Distância de transmissão sem fios
13,5 m (45 pés)
Exposição a Radiofrequência
Este dispositivo é um transmissor e recetor móvel que utiliza a
antena para enviar e receber baixos níveis de energia de
radiofrequência (RF) para comunicações de voz e dados. Este
dispositivo emite energia RF abaixo dos limites publicados ao
operar no modo de potência máxima de saída quando utilizado
com acessórios autorizados pela Garmin. Para estar em
conformidade com os requisitos de exposição a radiações RF
da FCC, o dispositivo deve ser utilizado num suporte
compatível ou montado estritamente de acordo com as
instruções de instalação. O dispositivo não deve ser utilizado
noutras configurações.
Este dispositivo não se deve encontrar perto ou ser utilizado em
conjunto com qualquer outro transmissor ou antena.
BC™ 20 draadloze achteruitrijcamera
installatie-instructies
WAARSCHUWING
Lees de gids
Belangrijke veiligheids- en productinformatie
in de
doos van het GPS-toestel voor productwaarschuwingen en
andere belangrijke informatie.
Garmin raadt aan dat een ervaren installateur met kennis van
elektrische systemen het toestel installeert. Het onjuist
aansluiten van stroomkabels kan schade toebrengen aan het
voertuig of de accu, en kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
LET OP
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
KENNISGEVING
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Deze installatie-instructies zijn niet van toepassing op een
specifiek voertuigtype en zijn bedoeld als algemene richtlijn bij
het installeren van dit product op uw voertuig. Neem bij vragen
over uw specifieke voertuig contact op met de fabrikant van uw
voertuig.
Onderdeel Beschrijving
À
PND-steun van draadloze camera
Het PND-toestel moet via deze steun van stroom worden
voorzien om te kunnen communiceren met de camera.
Á
Zender
Â
Camera
Ã
Montagesteun voor camera
Benodigd gereedschap
• Boormachine en boor van 9,09 mm (0,36 inch, maat T)
• Nr. 2 kruiskopschroevendraaier
• Schroeven, bouten of kabelbinders (om de zender te
bevestigen)
• Knijpconnector of soldeer en krimpkous
• RV-kit (optioneel)
Aandachtspunten bij het bevestigen van de
camera
Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij de keuze
van een montagelocatie voor de camera.
• U dient een voorziene montagelocatie te testen voordat u de
camera definitief monteert.
• Als u de camera hoger op de achterkant van het voertuig
installeert, krijgt u een betere kijkhoek.
• De meegeleverde beugel kan op een kentekenplaat of
soortgelijk oppervlak worden geklikt, of kan worden
vastgemaakt op de achterkant van het voertuig met de
meegeleverde zelftappende bolkopschroeven.
Aandachtspunten met betrekking tot
zenderlocatie en bedrading
Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij de keuze
van een locatie voor het installeren van de draadloze zender.
• Test een voorziene installatielocatie voordat u de zender
definitief installeert.
• Hoewel de zender het videosignaal over een afstand van ca.
13,5 m (45 ft.) kan overbrengen, heeft de locatie van de
zender mogelijk invloed op dit bereik.
◦ Hoe dichter u de zender bij de PND-steun van de
draadloze camera installeert, hoe betrouwbaarder het
signaal.
◦ De zender geeft het beste signaal wanneer een van de
platte oppervlakken
À
in de richting van de PND-steun
van de draadloze camera wijst.
◦ Massieve metalen voorwerpen of apparaten
Á
in het pad
van de zender beperken de zendafstand aanzienlijk.
◦ Hoe minder massieve objecten aanwezig zijn in het pad
tussen de zender en het toestel, hoe betrouwbaarder het
signaal.
• Als de afstand tussen de camera en de zender groter is dan
de lengte van de meegeleverde kabel, kunt u extra
verlengkabels gebruiken. U kunt een verlengkabel van 15 m
(50 ft.) aanschaffen, en u kunt zelfs meer dan één
17