Gardeo 5411074170622, Оригинальное руководство пользователя

Страница: 89 / 154

89
BRANDSTOFHANTERING
Brandstofveiligheid
Start het apparaat nooit:
4.
Als u er brandstof op gemorst heeft. Veeg de gemorste brandstof op en laat de brandstofresten verdampen.
5.
Als u brandstof heeft gemorst op uzelf of op uw kleding, trek dan schone kleding aan. Was de lichaamsdelen die in
aanraking zijn geweest met de brandstof. Gebruik water en zeep.
6. Als het apparaat brandstof lekt. Controleer de tankdop en de brandstofleidingen regelmatig op lekken.
Transport en opslag
•
Stockeer en vervoer het apparaat en de brandstof zo, dat eventuele lekken of dampen niet in contact kunnen
komen met vonken of open vuur, bijvoorbeeld van elektrisch gereedschap, elektromotoren,
stopcontacten/schakelaars of verwarmingsketels.
•
Bij opslag en vervoer van brandstof moeten altijd speciaal voor dat doel bestemde en goedgekeurde jerrycans
worden gebruikt.
•
Als het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt, moet de brandstoftank leeggemaakt worden. Vraag bij uw tankstation
waar u de afgetapte brandstof kan verwijderen.
•
Zorg ervoor dat het apparaat goed is schoongemaakt en dat een volledige onderhoudsbeurt is uitgevoerd voor het
voor een lange periode wordt opgeslagen. De transporthoes moet altijd op het snijgarnituur gemonteerd zijn
wanneer het apparaat wordt vervoerd of in opslag is.
•
Maak het apparaat stevig vast tijdens het vervoer.
•
Om het onopzettelijk starten van de motor te vermijden moet de bougiedop altijd worden verwijderd voor een
langdurige opslag, als het apparaat onbewaakt is en wanneer een onderhoud wordt uitgevoerd.
WAARSCHUWING! Wees voorzichtig wanneer u brandstof hanteert. Denk aan het brand- en explosiegevaar en
het risico op het inademen van dampen.
Brandstof
VOORZICHTIG! Het apparaat is uitgerust met een 2-takt motor; gebruik altijd een mengsel van benzine en 2-takt olie.
Om zeker te zijn van de juiste mengverhouding is het belangrijk dat de hoeveelheid olie nauwkeurig wordt afgemeten.
Wanneer kleine hoeveelheden brandstof worden gemengd, kunnen zelfs kleine onnauwkeurigheden een grote invloed
hebben op de mengverhouding.
WAARSCHUWING! Brandstof en brandstofdampen zijn erg brandgevaarlijk en kunnen leiden tot
ernstige letsels bij inademing en contact met de huid. Wees daarom erg voorzichtig wanneer u
omgaat met brandstof en zorg voor voldoende ventilatie.
Benzine
OPGELET! Gebruik altijd een kwaliteitsvol mengsel van benzine en olie, met een octaangehalte van minstens 90
(RON). Als uw apparaat is uitgerust met een katalysator (raadpleeg hiervoor de Technische kenmerken), gebruik dan
altijd een kwaliteitsvol mengsel van loodvrije benzine en olie. Gelode benzine zal de katalysator kapotmaken.
Gebruik milieuvriendelijke benzine, ook wel gekend als alkylaatbenzine, wanneer deze beschikbaar is.
•
Het aanbevolen laagste octaangehalte is 90 (RON). Als u benzine met een lager octaangehalte dan 90 gebruikt,
kan het zogenaamde kloppen optreden. Hierdoor stijgt de motortemperatuur, wat kan leiden tot ernstige
motorschade.