91
PROBLEMEN VERHELPEN:
OPMERKING:
Voor elke fout van de machine, controleer altijd eerst het laadstation, om te zien
of het in de juiste werkingsstatus verkeert (de afbakeningsdraad is niet losgekomen en niet
doorgebeten door uw huisdieren, of wordt afgesneden door de messen van de machine, of uw
AC-stroom wordt uitgeschakeld wanneer de machine in werking is). De lamp op het laadstation
knippert rood als er een dergelijk probleem is.
1. De grasmaaier wil niet starten.
a) De grasmaaier start in een niet-werkzame zone van de afbakeningsdraad. De
afbakeningsdraad controleren om eventuele herstelling uit te voeren.
b) Controleer de noodstopschakelaar. Als de noodstopschakelaar vergrendeld is, drukt u op de
noodstopschakelaar en vervolgens op de rode aan/uit-schakelaar.
c) Als de grasmaaier lange tijd niet werd gebruikt, kan de batterij leeg zijn. Waak erover deze
regelmatig op te laden. Zelfs als de maaier niet wordt gebruikt, is het aan te raden de batterij om
de 3 maanden op te laden.
d) Zet de maaier uit, wacht 5 seconden en begin opnieuw.
2. De grasmaaier verplaatst zich niet naar voor.
a) De bumpersensor kan beschadigd raken.
b) Als het gras de eerste maaibeurt heel hoog (meer dan 12 cm) is, zal dit de buis van de sensor
bedekken, het grasperk maaien met een traditionele grasmaaier vooraleer u de robotgrasmaaier
in gebruik neemt.
3. De grasmaaier maait niet correct of maait helemaal niet.
a) De grasmaaier uitzetten. Nagaan of de maaibladen correct gemonteerd zijn. De maaibladen
vervangen als ze beschadigd zijn.
b) Als de grasmaaier op een terrein staat met een helling van meer dan 20°, zal de machine
automatisch stoppen.
c) Het basisdeel van de maaibladdrager wordt geraakt door voorwerpen of lang gras. De
hindernis wegnemen en opnieuw starten.
d) Het gras is te dicht voor een maaibeurt door de automatische bescherming van de machine.
e) De machine die automatisch wordt tegengehouden om de PCB's en andere componenten te
beschermen wanneer de geteste motortemperatuur te hoog is.
4. De grasmaaier overschrijdt de afbakeningsdraad en gaat verder buiten de perimeter.
a) De draaihoek van de afbakeningsdraad is te scherp. De binnenhoek moet minstens 125°
bedragen.
b) De afbakeningsdraad ligt te dicht bij een helling. De positie van de afbakeningsdraad
aanpassen volgens de aanbevelingen.
c) Het signaal van de afbakeningsdraad is zwak. De afbakeningsdraad mag niet groter zijn dan
200 m. Als u de afbakeningsdraad in de grond ingraaft, zorg er dan voor dat deze niet dieper is
dan 2 cm.
d) Controleer of er zich in de buurt een apparaat met een hoog vermogen (zoals een
transformator, generator, telecommunicatietoren enz.) bevindt. Deze apparaten kunnen de
sensor van de machine hinderen.
Содержание GRO20V20WIFI-2A
Страница 16: ...16 ...
Страница 37: ...37 ...
Страница 41: ...41 GARDEO PRO ...
Страница 43: ...43 GARDEO PRO GARDEO PRO ...
Страница 88: ...88 10 Historiekregister controleer het werklogboek en het fouteninformatieregister ...
Страница 134: ...134 10 History record check the work log fault information record ...
Страница 143: ...143 SOFTWARE Lexique Lexicon ...
Страница 144: ...144 ...
Страница 145: ...145 ...
Страница 146: ...146 ...
Страница 149: ...149 SCHEMA ELECTRIQUE ELEKTRISCH SCHEMA ELECTRICAL DIAGRAM ...
Страница 157: ...157 Concordance YZ 4 1 GRO20V20WIFI 2A ...