Acculaadtoestandsweergave tijdens het gebruik:
v
Druk toets
ß
B
op de accu in.
66 – 99 % opgeladen L1, L2 en L3 branden.
33 – 65 % opgeladen L1 en L2 branden.
10 – 32 % opgeladen L1 brandt.
1 – 9 % opgeladen L1 knippert.
0 % opgeladen Geen weergave.
4. Bediening
GEVAAR! Risico op letsel!
Gebruik het apparaat niet zonder dat de pijp goed
bevestigd is, om te voorkomen dat vuil gaat rond
vliegen en/of dat u onbedoeld de rotor aan kunt
raken, wat ernstig letsel kan veroorzaken.
v
Draag altijd handschoenen en een veiligheidsbril
om te voorkomen dat stenen of vuil in uw ogen en
uw gezicht geblazen worden, wat kan leiden tot
blindheid of ernstig letsel.
Blazer starten:
0
Blazer inschakelen:
1. Duw de accu op de handgreep
(zie 3. Ingebruikname).
2. Zet de AAN/UIT-schakelaar
0
in de AAN (I)-stand.
Blazer uitschakelen:
1. Zet de AAN/UIT-schakelaar
0
in de UIT (0)-stand.
2. Verwijder de accu uit de handgreep
(zie 3. Ingebruikname).
Werkposities:
Gebruik uw apparaat als blazer om rommel of gemaaid gras van
opritten, trottoirs, terrassen etc. weg te ruimen, om gemaaid gras,
stro of bladeren op een hoop te blazen of om rommel uit hoeken,
rond voegen of tussen bakstenen te verwijderen.
Richt de luchtstroom door de blaaspijp naar beneden of naar een
kant te richten.
Werk altijd uit de richting van vaste voorwerpen zoals voetpaden,
grote stenen, voertuigen en afrasteringen vandaan.
Maak hoeken schoon door in de hoeken te beginnen en naar
buiten toe te werken. Dit helpt opeenhoping van vuil te voorko-
men, dat in uw gezicht terecht kan komen. Wees voorzichtig
als u in de buurt van planten werkt. De kracht van de luchtstroom
kan kwetsbare planten beschadigen.
41
NL