3
8.
Het stopcontact moet goed toegankelijk zijn, zodat de stekker in noodgevallen snel kan worden
verwijderd.
9.
Gebruik de magnetronoven niet buiten.
R
R
A
A
D
D
I
I
O
O
S
S
T
T
O
O
R
R
I
I
N
N
G
G
Het gebruik van de magnetron kan storing veroorzaken in uw radio, tv of andere apparatuur. Wanneer er
storing optreedt, kunt u dit verminderen of voorkomen door de volgende maatregelen te nemen:
1.
Reinig de deur en de afdichtvlakken van de magnetronoven.
2.
Draai de antenne van de radio of tv in een andere richting.
3.
Verplaats de magnetronoven ten opzichte van de ontvanger.
4.
Plaats de magnetronoven uit de buurt van de ontvanger.
5.
Steek de stekker van de magnetronoven in een ander stopcontact, zodat de magnetron en de
ontvanger op andere vertakte circuits zitten.
I
I
N
N
S
S
T
T
R
R
U
U
C
C
T
T
I
I
E
E
S
S
V
V
O
O
O
O
R
R
D
D
E
E
A
A
A
A
R
R
D
D
I
I
N
N
G
G
Dit apparaat moet worden geaard. Deze magnetronoven is voorzien van een elektriciteitssnoer met
aardedraad en een aardestekker. De stekker moet in een goed gemonteerde en geaarde
wandcontactdoos worden gestoken. Bij kortsluiting vermindert de aarding de kans op een elektrische
schok, omdat de stroom via de aardedraad wordt afgevoerd. We raden u aan een aparte groep alleen
voor de magnetronoven te reserveren. Het gebruik van hoogspanning is gevaarlijk en kan tot brand of
andere ongevallen leiden, waardoor de magnetronoven beschadigd kan raken.
WAARSCHUWING:
bij onjuist gebruik van de aardestekker kunt u een elektrische schok krijgen.
BELANGRIJK:
1.
wanneer u vragen hebt over de aarding of de elektriciteit, raadpleeg dan een gekwalificeerde
installateur of onderhoudsmonteur.
2.
De fabrikant en de dealer aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan de
magnetronoven of persoonlijk letsel wanneer de procedures voor elektrische aansluitingen
worden genegeerd.
De draden in deze kabel zijn gekleurd conform de volgende code:
Groen en geel = AARDE
Blauw = NEUTRAAL
Bruin = STROOM
E
E
T
T
E
E
N
N
B
B
E
E
R
R
E
E
I
I
D
D
E
E
N
N
I
I
N
N
D
D
E
E
M
M
A
A
G
G
N
N
E
E
T
T
R
R
O
O
N
N
1.
Verdeel de etenswaren zorgvuldig. Leg de dikste gedeelten zoveel mogelijk aan de rand van het
bord.
2.
Houd de bereidingstijd in de gaten. Houd de kortste aangegeven bereidingstijd aan en voeg
indien nodig meer tijd toe. Etenswaren die te lang worden bereid, kunnen gaan roken of
ontbranden.
3.
Dek etenswaren af tijdens de bereiding. Hierdoor voorkomt u spatten en wordt het eten
gelijkmatig verwarmd.
4.
Draai de etenswaren tijdens de bereiding met de magnetron één keer om, zodat bijvoorbeeld kip
en hamburgers sneller warm worden. Grote etenswaren, zoals braadstukken, moeten minimaal