4
voordat u ze bereidt.
13.
De inhoud van babyflesjes en potjes babyvoeding moet worden geroerd of geschud en de
temperatuur moet worden gecontroleerd voordat het wordt geserveerd om brandwonden te
voorkomen.
14.
Keukengerei kan heet worden wegens de warmte die door verwarmde etenswaren wordt
overgebracht. Gebruik pannenlappen om het gerei vast te houden.
15.
Controleer of het keukengerei geschikt is voor gebruik in een magnetron.
16.
WAARSCHUWING:
het is voor niet-gekwalificeerde personen gevaarlijk onderhoud of reparaties
uit te voeren waarbij een deel van de behuizing moet worden verwijderd dat bescherming biedt
tegen de blootstelling aan magnetronstraling.
17.
Dit product is geclassificeerd als een ISM-apparaat uit Groep 2, Klasse B. Groep 2 omvat alle
ISM-apparatuur (apparatuur voor industriële, wetenschappelijke en medische toepassingen) waarin
radiofrequente energie opzettelijk wordt gegenereerd en/of gebruikt in de vorm van
elektromagnetische straling voor de behandeling van materialen, plus apparatuur voor
vonkerosieve bewerkingen. Klasse B-apparatuur is geschikt voor huishoudelijk gebruik en in
omgevingen die direct zijn aangesloten op een elektriciteitsnet met een laag voltage, dat wordt
gebruikt voor gebouwen die een huishoudelijke toepassing hebben.
18.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met een lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke beperking of met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid toezicht houdt op het gebruik of hiervoor
instructies heeft gegeven.
19.
Houd altijd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat zij niet spelen met het apparaat.
P
P
L
L
A
A
A
A
T
T
S
S
I
I
N
N
G
G
1.
Zorg dat alle verpakkingsmaterialen van de binnenzijde van de deur zijn verwijderd.
2.
WAARSCHUWING:
controleer of de magnetronoven geen schade vertoont, zoals een
niet-uitgelijnde of vervormde deur, beschadigde afdichtstrips of afdichtvlakken op de deur, defecte
of losse scharnieren en sluitingen, of deuken in de ovenruimte of op de deur. Gebruik de
magnetronoven niet als deze schade vertoont en neem contact op met een gekwalificeerde
onderhoudsmonteur.
3.
Deze magnetronoven moet op een vlakke, stabiele ondergrond worden geplaatst die het gewicht
kan dragen van het apparaat en van de zwaarste etenswaren die mogelijk in de magnetronoven
worden bereid.
4.
Plaats de magnetronoven niet op plaatsen waar hitte, vocht of een hoge vochtigheidsgraad worden
gegenereerd of in de buurt van brandbare materialen.
5.
Voor een juiste werking moet de magnetronoven over voldoende luchtstroom beschikken. Houd 20
cm ruimte vrij aan de bovenzijde, 10 cm aan de achterzijde en 5 cm aan de beide zijkanten van de
magnetron. Zorg ervoor dat openingen van het apparaat niet worden afgedekt of geblokkeerd.
Verwijder de pootjes van de magnetronoven niet.
6.
Gebruik de magnetronoven niet zonder dat de glasplaat, de rolsteun en de as zich op de juiste
plaats bevinden.
7.
Zorg dat de stroomkabel niet is beschadigd en niet onder de magnetronoven of over hete of
scherpe oppervlakken loopt.