Fresh INTELLIVENT CELSIUS, Руководство пользователя

Страница: 63 / 112

Functiebeschrijving
Warmteverplaatsing/thermostaat
Celsius is voorzien van een ingebouwde elektronische ther-
mostaat. Deze start de ventilator wanneer de temperatuur
boven de ingestelde waarde komt. U kunt de ventilator in-
stellen om te starten tussen 16 en 30 °C. De fabrieksinstelling
voor het startpunt staat op ca. 26 °C. U kunt het startpunt
eenvoudig aanpassen met de plus- en mintoetsen (TEMP) op
het bedieningspaneel.
Het startpunt wordt aangegeven door leds op de thermo-
meterschaal. Wanneer de thermostaat de ventilator activeert,
brandt de gele indicatielamp.
Voor het aanpassen van het startpunt moet de ventilator
ten minste 30 minuten aangesloten zijn geweest. Zo kan de
elektronica van de ventilator op werktemperatuur komen.
Toereninstelling
Het toerental van de ventilator kan aangepast worden van
ca. 50 % tot max. toeren. Het instellen gebeurt eenvoudig
met behulp van de plus- en mintoetsen (SPEED) op het
bedieningspaneel.
Het toerental wordt aangegeven met behulp van een kolom
met leds op een schaal van 1 tot 8. Als men het toerental op
nul zet (er brandt geen led), stopt de ventilator.
Continu bedrijf
Celsius heeft ook een functie voor continu bedrijf.
De ventilator draait continu op een ingesteld toerental.
Bij constant bedrijf brandt de gele indicatielamp niet. De lamp
gaat pas branden wanneer de thermostaat wordt geactiveerd.
De ventilator gaat dan over naar het toerental dat is ingesteld
voor het verplaatsen van warme lucht.
Pauzefunctie
Pauzefunctie betekent dat de ventilator stopt (ongeacht de
actuele stand) en een uur stilstaat. Het inschakelen van de
pauzefunctie gebeurt door één keer aan de trekschakelaar
te trekken, na een uur pakt de ventilator zijn functie weer
op. Gedurende deze tijd knippert een gele indicatielamp.
Zou men zich bedenken, dan stopt men de pauze door nog
een keer aan de trekschakelaar te trekken.
NL
9