
36
NL
BE
NB:
Bij het uiteinde van
de slang bevindt zich een
geel merkteken dat het
einde aangeeft. Als het
gele merkteken buiten de
opening verschijnt, dan
resteert er nog slechts
50 cm van de slang in
de haspeldoos. Wees
voorzichtig als u de slang
nog verder uittrekt! Trek
nooit met kracht aan
de slang als deze het
einde heeft bereikt, want
dan zou de haspeldoos
beschadigd kunnen
raken.
4. Draai het afstelstuk
(12) van de spuitmond
in de richting van
de klok naar het
uiteinde van de slang
(9) om het sproeien
te stoppen. Gebruik
altijd één hand om de
straalhouder vast te
houden (11) als u aan
het bewateren bent.
5. Houd het uiteinde van
de slang (9) stevig vast,
ontgrendel de slang om
deze af- of op te rollen
om de juiste werklengte
te verkrijgen. Draai
het afstelstuk (12) van
de spuitmond in de
richting van de klok
naar het einde om het
sproeien te stoppen.
6. Na het bewateren
draait u het afstelstuk
(12) van de spuitmond
in de richting van de
klok om de waterstraal
te stoppen, houd
het uiteinde van de
slang (9) stevig vast
en laat de slang
voorzichtig oprollen
tot de slangstop (8).
Als er een stuk slang
buiten de doos (13)
overblijft, trek dan aan
het uiteinde van de
slang (9) tot er zich 1-2
m slang buiten de doos
bevindt en rol de slang
opnieuw op. Duw de
slang nooit terug in
de behuizing van de
slanghaspeldoos (13).
Voorzichtig! Laat de
slang nooit los terwijl
deze oprolt. Dit zou
beschadiging van het
product tot gevolg kunnen
hebben.
Содержание 311401
Страница 4: ...G H I F E 10 8 8 1 2...