39
NL
RELAISBEDIENING VIA
DIPSWITCHES (ACTIVERING)
Dipswitch 1=aan
Nvt
Dipswitch 2=aan
Zoemer geactiveerd
Dipswitch 3=uit
Dipswitch 4=uit
Relais A en B blijven beide
continu aangesproken
Dipswitch 3=aan
Dipswitch 4=uit
Relais A blijft 5 seconden
aangesproken, relais B blijft
continu aangesproken
Dipswitch 3=uit
Dipswitch 4=aan
Relais A blijft continu
aangesproken, relais B blijft 5
seconden aangesproken
Dipswitch 3=aan
Dipswitch 4=aan
Relais A en B blijven beide 5
seconden aangesproken
Dipswitch 5=aan
Batterij geactiveerd
LET OP: Bij het gebruik van beide
uitgangsrelaiscontacten (A en B), is het raadzaam om
producten te installeren (bijvoorbeeld producten die
inschakelen bij een alarm), van hetzelfde vermogen
Gebruik nooit hoge en lage spanningen door elkaar.
Een hogere spanning kan het maximale SELV
veligheidsniveau overschrijden.
IEC
voltage
reeks
AC RMS
voltage (V)
DC voltage
(V)
Gevaar
Low
voltage
50 tot 300
120 tot 300 Elektrische
schok
Extra-low
voltage
(ELV)
< 50
< 120
Beperkt
risico
TESTEN
Beide relais moeten bij installatie door de installateur
worden getest op een correcte werking. De WRLYB-1
is voorzien van een aparte testknop (zie afbeelding).
Als de testknop wordt ingedrukt, worden beide
relaiscontacten dienovereenkomstig geactiveerd.
BELANGRIJK -LET OP: door de unieke aard van de
doorlusfunctie in een netwerk gaan bij het indrukken
van de testknop op een rook-, hitte- of CO-melder
alle gekoppelde melders af, maar zal het relais de
contacten niet, gebruik rookmelder testrook om het
WRLYB-1 te testen.