20
De maximale spaandiepte bedraagt 4 mm.
Om de machine niet te overbelasten advi-
seren wij bij een schaafbreedte van meer
dan 40 mm met niet meer dan 2,5 mm bij
te stellen.
6 Verwisseling
van
schaafbeitels
U moet er absoluut op letten dat U
slechts scherpe en onbeschadigde
schaafbeitels gebruikt. Botte beitels
verhogen het terugslaggevaar en
verminderen de kwaliteit van het
schaafwerk.
- Voor het verwisselen van de schaafbeitel
absoluut de stekker uit de wandcontact-
doos trekken.
- Dan met steeksleutel (2.6) de klemschroe-
ven (2.9) ca. twee slagen losdraaien en
de schaafbeitel uit de schaafas halen.
- Om de nieuwe schaafbeitel ook op de
juiste wijze erin te plaatsen moet vóór het
inbouwen de beitelopnamegroef schoon-
gemaakt worden.
- Daarna de nieuwe schaafbeitel (488 503)
zo in de opnamegroef schuiven dat de
beschreven kant gericht is naar de ach-
terkant van de schaafzool (2.8).
- Voordat de klemschroeven weer vastge-
schroefd worden, moet de schaafbeitel
met een lineaal zo afgesteld worden dat
hij aan de kopse kant (1.13) op één lijn
ligt met de zijkanten van de voor- (1.12)
en achterkant (1.14) van de schaafzool.
Dan eerst de middelste klemschroef en
daarna de twee buitenste klemschroeven
vast aandraaien.
7 Afzuiging
Bij het standaardleveringsprogram-
ma worden inrichtingen meege-
leverd die het mogelijk maken de
schaaf ofwel met een aan te sluiten
spaanopvangzak (1.1) (488 566) of
met een aangesloten zuigslang (1.2)
van een afzuigapparaat te gebrui-
ken.
De aansluiting van de spaanafvoer-inrich-
ting is hierbij naar keuze aan beide kanten
van het apparaat mogelijk. Voor het wisse-
len van de aansluitkant krachtig op de neus
(1.11) naar beneden drukken. Hierdoor
wordt de aansluiting op de buitenkant van
het huis opgeheven en kan het aansluit-
gedeelte (1.4) door het huis geschoven
worden (afb. 3). Dan het aansluitgedeelte
met de neus vooruit in de motorhuisopening
(4.1) brengen en tot aan aanslag in het huis
naar binnen schuiven.
Op het aansluitpunt (1.4) kan naar keuze de
spaanopvangzak (1.1) of het hoekstuk (1.3)
voor de opname van het aansluitstuk van
een zuigslang (1.2) aangebracht worden.
Door te draaien met het hoekstuk kan de
spaanuitworp in een willekeurige richting
gedraaid worden.
Het aansluitstuk van een zuigslang Ø 27
mm wordt aangebracht op het hoekstuk
(1.3). Het aansluitstuk van een zuigslang Ø
36 mm wordt bovenop het hoekstuk (1.3)
gezet.
8
Wegzetten van de schaaf
Bij de elektrische schaaf moet U erop letten
dat de schaafas na uitschakeling nog enkele
seconden naloopt.
Om het apparaat veilig te kunnen wegzet-
ten, heeft de EHL 65 E aan het uiteinde
van de schaafzool een steunvoet (2.7).
Als het electrisch apparaat opgetild wordt
dan steekt de steunvoet automatisch zover
boven de schaafzool uit dat de schaafas bij
het wegzetten van de schaaf op een egaal
vlak altijd vrij is.
Let bij het wegzetten van de
EHL 65 E a.u.b. op:
- Controleer of de steunvoet volledig func-
tioneert,
- wacht voor het wegzetten tot de schaafas
stilstaat.
Als de steunvoet bij speciale toepassingen
niet boven de schaafzool moet uitsteken
dan kan hij door hem zijdelings te verschu-
iven in de bovenste positie gearreteerd
worden.
9
Montage van de geleiders.
9.1 S p o n n i n g d i e p t e g e l e i d e r
(488 543)
De sponningdieptegeleider (1.8) wordt in
de schroefdraaduitboring (1.10) aan de
rechterkant van het apparaat gezet.
Hij kan traploos volgens schaal tussen 0
en 23 mm ingesteld worden. De ingestel-
de sponningdiepte wordt afgelezen bij de
markering aan de ribbel (1.9).