37
e) Monteer geen kettingzaag of getande zaag-
bladen voor het zagen van hout.
Zulke bladen
veroorzaken vaak een terugslag en verlies van
controle over het gereedschap.
Speciale veiligheidsinstructies voor het fi jnslijpen
a) Gebruik bij het fijnslijpen geen al te groot
schuurpapier. Volg bij de keuze van het schuur-
papier de aanwijzingen van de producent.
Te
groot schuurpapier, dat over de schuurzool uit-
steekt, vormt een gevaar voor snijwonden en kan
leiden tot klemming, schijfbreuk of terugslag.
Speciale veiligheidsinstructies voor het borstelen
a) Wees u ervan bewust dat ook bij normaal ge-
bruik draden van de borstel kunnen worden
weggeslingerd. Belast de draden niet te zeer
door te veel van de borstel te vergen.
De draden
kunnen gemakkelijk door dunne kleding en/of de
huid heen dringen.
b) Indien het gebruik van een beschermkap voor
de draadborstels is vereist, zorg er dan voor
dat er geen contact plaatsvindt tussen de
draadborstel/-schijf en de beschermkap.
De
diameter van de draadborstels/-schijven kan gro-
ter worden door arbeidsen middelpuntvliedende
krachten
2.3 Emissiewaarden
De volgens EN 60745 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau
83 dB(A)
Geluidsvermogenniveau
94 dB(A)
Meetonzekerheidstoeslag
K = 3 dB
Draag gehoorbescherming!
Totale trillingswaarden (vectorsom van drie rich-
tingen) bepaald volgens EN 60745:
Trillingsemissiewaarde
(3-assig)
a
h
< 2,5 m/s²
Onzekerheid
K = 1,5 m/s²
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschatting
van de trillings- en geluidsbelasting te maken
– en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepassin-
gen, met ander inzetgereedschap of bij onvoldoen-
de onderhoud. Neem de vrijloop- en stilstandtijden
van de machine in acht!
2.4 Metaalbewerking
Bij de bewerking van metaal dienen de volgende
veiligheidsmaatregelen te worden genomen:
•
Voorschakelen van een differentiaal- (FI-, PRCD-)
veiligheidsschakelaar.
•
Machine aansluiten op een geschikt afzuigap-
paraat.
•
Machine regelmatig ontdoen van stofafzettingen
in het motorhuis.
•
Veiligheidsbril dragen.
3
Elektrische aansluiting en inbedrijfstelling
De netspanning in acht nemen: De spanning en
frequentie van de stroombron dient overeen te
komen met de gegevens van de kenplaat van de
machine.
In Noord-Amerika mogen alleen Festool-ma-
chines met de spanningsopgave 120 V/60 Hz
worden ingezet.
In-/Uitschakelen
Inschakelen: schuif de schakelaar (1.1) naar voren
tot hij inklikt.
Uitschakelen: Druk op het einde van de schakelaar
(1.1). De vergrendeling in de AAN-stand wordt hier-
door opgeheven, en de schakelaar gaat terug naar
de UIT-stand.
4
De elektronica
De machine bezit een volledige golfelektronica met
de volgende kenmerken:
Werk niet met de machine, wanneer de elek-
tronica defect is, omdat dit kan leiden tot te
hoge toerentallen. Er is sprake van een defecte
elektronica, wanneer er geen zachte aanloop is
of regeling van het toerental niet mogelijk blijkt.
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt voor
een stootvrije aanloop van de machine.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (4.1) traploos tus-
sen 1350 en 3800 min
-1
worden ingesteld. Hierdoor
kunt u de freessnelheid van het betreffende mate-
riaal optimaal aanpassen (zie tabel 6).
Constant toerental
Het vooraf ingestelde motortoerental wordt elek-
tronisch constant gehouden. Hierdoor wordt ook bij
belasting een gelijkblijvende zaagsnelheid bereikt.
Temperatuurbeveiliging
Ter bescherming tegen oververhitting (doorbranden
van de motor) is een elektronische temperatuurbe-
waking ingebouwd. Voordat er een kritische motor-
temperatuur wordt bereikt, schakelt de veiligheid-
Содержание 490002
Страница 4: ...4 4 2 4 3 4 4 4 1 1 3 1 4 1 5 1 6 3 2 3 1 3 3 1 2 3 180 1 1 1 2 n o ...
Страница 5: ...7 8 5 6 4 6 5 6 6 6 1 6 3 6 2 5 3 5 2 5 1 6 7 1 7 2 8 1 8 2 ...
Страница 84: ......
Страница 85: ......
Страница 86: ......